In het voormalige Kamp Westerbork wordt zondag de vervolging van Sinti en Roma door de nazi's herdacht.
In mei 1944, tachtig jaar geleden, werden bij een grote razzia 578 Roma en Sinti opgepakt en naar Kamp Westerbork vervoerd. Van hen werden 245 met de trein gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen. Slechts 31 keerden levend terug.
De herdenking begint zondag om 13.30 uur. Deelnemers lopen dan van de slagboom op het kamp naar het monument met stenen. De namen van alle gedeporteerde Sinti en Roma worden dan voorgelezen. Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Oorlogsgetroffenen) houdt een toespraak. Om 15.00 uur leggen de deelnemers kransen.
De Sinti en Roma werden door de nazi's vervolgd, opgesloten en vermoord, net als Joden, communisten, homoseksuelen en Jehova's getuigen. De massavervolging van Roma en Sinti wordt in hun taal porajmos genoemd. Voor de oorlog telde Europa ruim een miljoen Roma en Sinti. Naar schatting een kwart tot de helft van hen werd vermoord.