Het verzoek van advocaat Inez Weski om bij haar op kantoor in beslag genomen bestanden niet aan het Openbaar Ministerie ter beschikking te stellen, is vorige maand afgewezen door de rechtbank in Den Haag. Of haar recht op een eerlijk proces in het geding is, moet in de strafzaak tegen haar worden beoordeeld. Dit blijkt uit een woensdag gepubliceerd vonnis over de kwestie, die achter gesloten deuren was gehouden. Het gerechtshof liet eerder deze week weten het vonnis van de rechter te bekrachtigen.
Weski werd op 21 april opgepakt op verdenking van onder meer deelname aan een criminele organisatie die zich richt op drugshandel en witwassen. Die bewuste vrijdag werden ook haar kantoor en woning doorzocht. Weski stond de vermeende topcrimineel Ridouan Taghi bij, maar door haar arrestatie moest ze de verdediging neerleggen. Ze is sinds vorige maand wel weer op vrije voeten.
Het FD schreef maandag dat vertrouwelijke stukken bij de Rotterdamse advocaat in beslag zijn genomen en dat informatie hieruit via een zogeheten geheimhoudersofficier beland zou zijn bij de zaaksofficier in de strafzaak tegen Weski. Die zou het vervolgens weer met anderen binnen het OM hebben gedeeld. Dat zou een schending van het verschoningsrecht betekenen. Het OM heeft ontkend het verschoningsrecht geschonden te hebben.
Communicatie tussen een advocaat en zijn of haar cliënt is geheim, het OM mag hier geen kennis van nemen. Dit is volgens het FD wel gebeurd in het onderzoek naar Weski. De vertrouwelijke documenten zouden op een harde schijf van haar computer hebben gestaan, vol met vertrouwelijke informatie over haar cliënten. Een geheimhoudersmedewerker moet deze vertrouwelijke informatie filteren, maar volgens de krant heeft de persoon in kwestie alsnog gevoelige informatie gedeeld. Dat zou naar voren zijn gekomen bij een zitting bij het hof vorige week.
Dit komt verder niet naar voren in het vonnis van de rechtbank van vorige maand. Daarin staat dat de rechter-commissaris (rc) een geheimhoudersofficier kan inschakelen als is voldaan aan "een aantal eisen" en het verschoningsrecht niet in het geding komt. Weski wilde dat de bestanden "uitsluitend door een door haar genoemde groep personen kunnen worden bekeken en onderzocht", maar de rechtbank stelt dat er voor de voorzieningenrechter hierin geen taak is weggelegd. "Hij kan de rc niet aansturen".
Het hof liet maandag kort weten dat het vonnis van de rechtbank is bekrachtigd, en dat volgende week dinsdag een uitgebreide motivering volgt.
Er staat nog geen datum gepland voor de eerste zitting in de strafzaak tegen Weski. Taghi heeft inmiddels nieuwe advocaten.