Het Nederlands Veteraneninstituut waarschuwt oud-militairen om niet mee te gaan vechten in Oekraïne. Het instituut merkt dat de oorlog de veteranen erg raakt en dat velen zich graag nuttig willen maken. Maar afreizen naar Oekraïne is een avontuur dat niet valt te overzien en waarmee Nederlandse veteranen zichzelf ernstig in de problemen kunnen brengen, zegt Paul Hoefsloot, directeur-bestuurder van het Nederlands Veteraneninstituut.
Als er iets gebeurt in Oekraïne is er niets geregeld, aldus het instituut. Wie gewond raakt moet zichzelf redden, want niemand is verzekerd van hulp van het ministerie van Defensie. "En hoe wil je communiceren met Oekraïense soldaten als je de taal niet machtig bent? Ben je in staat om een Oekraïner van een Rus te onderscheiden?" Dat zijn vragen die Hoefsloot oproept. Hij adviseert veteranen die iets willen doen om zich te melden bij de Veteranen Ontmoetingscentra om humanitaire hulp aan te bieden.
Het instituut organiseert op 9 april in Doorn een bijeenkomst voor oud-militairen die behoefte hebben om te praten onder professionele begeleiding. Volgens het instituut komen er veel telefoontjes binnen van veteranen die zich onbegrepen voelen in hun omgeving. Ze zijn angstig en onrustig, hebben last van herinneringen aan een oorlog die zij hebben meegemaakt en melden spanningsklachten. De bijeenkomst in Doorn staat ook open voor partners van veteranen.