Tegen een 31-jarige vrouw uit Haaksbergen die ervan wordt verdacht dat ze haar pasgeboren baby heeft gedood, is vijf jaar cel plus tbs met verpleging geëist. Het Openbaar Ministerie maakte dit vrijdag bekend bij de rechtbank in Almelo, waar de zaak vorige week is behandeld. Linde de W. erkende toen dat ze de dood van de baby, die later de naam Ivo kreeg, op haar geweten heeft.
Ze zei zich echter niets te kunnen herinneren van wat er precies is gebeurd. Volgens het OM is haar geheugenverlies geveinsd en verdringt ze de herinnering aan het geweld waarmee de baby om het leven moet zijn gebracht. Bij het kind werden een schedelbreuk, tal van bloeduitstortingen in en rond het hoofd, in- en uitwendige letsels en sporen van verwurging geconstateerd.
Samen met haar man en met de dode baby had De W. zich in de nacht van 11 op 12 april vorig jaar gemeld bij het ziekenhuis in Enschede. Vanwege de omstandigheden alarmeerden de artsen de politie. De vrouw werd al snel als enige verdachte gezien. Haar man was niet bij de dood van de baby betrokken geweest.
Deskundigen denken verschillend over de vraag of De W. zich echt niets kan herinneren. Zo zou een posttraumatische stressstoornis hebben meegespeeld die ze kan hebben opgelopen bij de bevalling van een doodgeboren kind in 2017. Daarom zou ze in paniek hebben gehandeld. Het OM vindt dat die redenering "op drijfzand" is gebouwd, onder meer doordat ze "heel koelbloedig" had gehandeld. Zo had ze na de dood van de baby meteen alles schoongemaakt en had ze appjes over koetjes en kalfjes met vrienden gedeeld.
Naar eigen zeggen wist ze ook niet dat ze zwanger was, zoals ze dat eerder niet in de gaten had gehad bij de doodgeboren baby in 2017. Volgens het OM is de vrouw gezien de "gemankeerde zwangerschapsrelatie" verminderd toerekeningsvatbaar en moet ze psychische behandeling krijgen. Mede daarom ook spreekt het OM van doodslag en niet van moord.