De vijfde landelijke mollentelling vindt zaterdag en zondag plaats. De Zoogdierenvereniging roept mensen op om naar buiten te gaan en gevonden mollen en molshopen door te geven, zodat er een beeld kan komen van hoeveel mollen er in Nederland leven.
Mollen of molshopen die in de eigen tuin zijn gezien, kunnen worden ingevoerd via tuintelling.nl, waarnemingen buiten de tuin kunnen worden opgegeven op telmee.nl of het speciale mollenmeldpunt van de website waarneming.nl. De Zoogdierenvereniging zegt dat het belangrijkste bij waarnemingen is om aan te geven waar en wanneer de dieren of de molshopen zijn gezien.
Vorig jaar verliep de mollentelling door een voorjaarsstorm niet goed en werden er volgens de Zoogdierenvereniging weinig mollen geteld. Er werden 17.500 molshopen geteld, dat waren er in 2021 53.000.
Volgens de Zoogdiervereniging zijn de mollentellingen belangrijk, aangezien er weinig bekend is over de graver. Het staat vast dat overal in Nederland mollen voorkomen, behalve op de Waddeneilanden. Maar waarom het dier daar niet voorkomt, is nog een raadsel, aangezien mollen heel goed kunnen zwemmen. De mol wordt wel bestreden vanwege de schade die het dier aanricht aan een gazon. Maar de Zoogdiervereniging zegt dat dat geen zin heeft: zodra een mol is verdreven, neemt een andere graver zijn gangenstelsel over.
Mollen staan bekend als blinde dieren, maar de Zoogdierenvereniging zegt dat ze niet blind zijn, maar niet goed ontwikkelde ogen hebben. Daarnaast eten mollen dagelijks ongeveer de helft van het lichaamsgewicht.