Het gaat niet goed met de scholekster in Nederland. De wad- en weidevogel zoekt in toenemende mate de stad op om te nestelen en te broeden, maar hoeveel vogels dat doen en hoe het daar met hen gaat is nog nauwelijks bekend. Daarom wordt zaterdag en zondag speciaal in het bebouwde gebied een scholekstertelling gehouden.
De toestand van de scholekster is volgens de Vogelbescherming net zo zorgelijk als die van de grutto en de kievit. Sinds 1990 is het aantal broedende vogels met 50 procent afgenomen. De soort maakt ook steeds minder vaak nesten in weilanden. In 2008 broedde 4 procent van de scholeksters inmiddels in de stad. Dat zijn er veel meer geworden, maar hoeveel moet onder andere uit de telling blijken. De vogelbeschermers gaan getelde nesten in de gaten houden om te zien hoe groot het broedsucces op daken is.
Zaterdag en zondag kan iedereen in steden of dorpen via tuintelling.nl doorgeven of en hoeveel scholeksters er gezien zijn in de tuin of op een balkon. Ook overvliegende scholeksters tellen mee. Wie helemaal geen scholeksters heeft gezien kan dat ook doorgeven, want daaruit kan opgemaakt worden hoe de vogel zich verspreidt. Er volgen dit jaar nog meer onderzoeken naar de scholekster zodat de soort beter beschermd kan worden, aldus de Vogelbescherming.