Via luchtopeningen in stallen kan het vogelgriepvirus een boerderij binnendringen, ook al houdt een pluimveehouder zich aan de ophokplicht. Wageningen University & Research en de Universiteit Utrecht komen tot die conclusie na onderzoek.
Kippen en ander pluimvee kunnen besmet raken met het vogelgriepvirus als het direct of indirect in contact komt met poep van besmette wilde vogels of ander besmet pluimvee. Omdat het vogelgriepvirus flink huishoudt in Europa en al miljoenen vogels zijn afgemaakt, geldt een ophokplicht. Dat voorkomt het directe contact tussen pluimvee in een stal en besmette dieren. "Hoe het pluimvee ondanks bioveiligheidsmaatregelen van de pluimveehouder en de ophokplicht toch in enkele gevallen besmet raakt, is onduidelijk", aldus de universiteit in Wageningen.
Een manier kan zijn: via de systemen die de lucht in een stal verversen. Stukjes spinnenweb, plastic, papier of insecten komen via die weg een stal in en kunnen besmet zijn met ziekteverwekkers, waaronder de vogelgriep. De onderzoekers plaatsten netten rond de luchtinlaten in stallen om te kijken wat er zoal binnenkomt.
De onderzoekers vonden geen uitwerpselen of veertjes van wilde vogels, maar wel materiaal van insecten en planten. "Tijdens een incidentele storm met harde wind kunnen grote hoeveelheden materiaal via de luchtinlaten aan de windgerichte zijde in de stal terechtkomen." Hoewel de onderzoekers geen vogelgriep in het materiaal aantroffen, adviseren ze pluimveehouders wel "de potentiële risico’s van deze introductieroute via de luchtinlaat zoveel mogelijk te beperken".
Hoe dat te doen moet nog verder onderzocht worden. Een methode zou het plaatsen van een laser kunnen zijn, waarmee de omgeving van de stal onaantrekkelijk wordt gemaakt voor wilde vogels.