Er is weer voldoende water beschikbaar in Nederland, maar de problemen door droogte zijn nog niet overal voorbij. Op veel plaatsen is de grondwaterstand nog te laag. Sproeiverboden blijven gelden en bij de zeesluis in IJmuiden wordt nog aangepast geschut om verzilting van het Noordzeekanaal tegen te gaan. Op meer plaatsen in het land heeft de scheepvaart last van schutbeperkingen. Het neerslagtekort is wel flink gedaald en nadert nu een normale stand voor de tijd van het jaar, staat in de wekelijkse droogtemonitor van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW).
De beschikbaarheid van water gaat de komende week verder verbeteren, denkt de LCW. Er wordt meer regen verwacht en ook in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas gaat het regenen. Daardoor stijgt het waterpeil in de grote rivieren. Dat is gunstig voor West-Nederland, waar snel sprake is van verzilting doordat lage rivierwaterstanden het zoute water uit zee onvoldoende kunnen tegenhouden. Er wordt geen extra zoetwater vanuit Midden-Nederland meer aangevoerd. Ook zijn de Haringvlietsluizen weer geopend.
Waterschappen rond het IJsselmeer en het Markermeer hebben bijna geen extra water uit de meren meer nodig. Daarom heeft Rijkswaterstaat besloten om de waterpeilen van de meren weer tot het gewone niveau te laten zakken. Het peil van de meren was sinds april verhoogd om voldoende zoetwater op voorraad te hebben voor een periode van droogte.
Veel beken, vennen en poelen in gebieden die geen water uit een rivier kunnen krijgen staan nog droog. Het moet meer en langer regenen om het grondwater daar voldoende aan te vullen. Hier en daar voeren waterschappen in minder droge gebieden wel weer water af. Door de regen en de lage temperaturen verbetert ook de waterkwaliteit in het hele land. Maar blauwalg komt nog overal voor en op sommige plaatsen is ook sprake van zuurstofloosheid en botulisme. Zwemmers moeten daarom uitkijken voor ze in open water springen.