De Volkskrant mag alsnog schrijven over onder meer het vermeende machtsmisbruik van Frans van Drimmelen, oordeelt het hof van Amsterdam woensdag. Tussen het dagblad en het voormalig D66-lid kwam het maandag tot een treffen in de zittingszaal vanwege een kwestie die draait om de beschuldigingen aan zijn adres.
Vorige maand bracht de Volkskrant in een artikel naar buiten dat de partijtop van D66 al een jaar conclusies uit een vertrouwelijk rapport van een onderzoeksbureau achterhield. Hierin stond dat Van Drimmelen zich schuldig zou hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag richting een oud-medewerkster van de partij. In het destijds openbaar gemaakte deel van het rapport leek de man juist vrijgepleit te worden.
Voor de publicatie van dit artikel had de rechtbank in Amsterdam na een kort geding van Van Drimmelen de krant opgelegd een aantal zaken te schrappen, zoals de beschuldigingen van machtsmisbruik en seksuele intimidatie. Door dit vonnis kon de Volkskrant deze kwesties, tot deze beslissing van het hof, niet omschrijven. Het dagblad tekende beroep aan. De advocaat van het voormalig D66-lid eiste maandag tijdens de zitting juist rectificaties voor wat er tot nu toe was geschreven.
Het hof laat weten dat het geen gronden ziet "voor de verboden, en evenmin voor andere door het voormalig lid in hoger beroep gevraagde verboden of rectificaties". Het gaat om een zogeheten kop-staart-arrest, de motivering voor deze beslissing volgt op een later moment.
Om het verhaal van de Volkskrant kracht bij te zetten haalde de advocaat tijdens de zitting enkele voorbeelden aan van de berichten die Van Drimmelen zou hebben verstuurd. Zo zou hij de vrouw meermaals hebben gezegd dat hij haar moest spreken voorafgaand aan een partijcongres in 2015, anders zou het "daar grondig en openbaar misgaan". Ook zegt de krant in het bezit te zijn van een chanterende mail die door Van Drimmelen zou zijn verstuurd, met hierin intiem materiaal van de vrouw. De voormalig D66'er ontkent het bestaan hiervan.
Vorige week heeft D66 al toegegeven dat "onterecht de indruk is gewekt dat er geen sprake zou zijn geweest van grensoverschrijdend gedrag". De advocaat van Van Drimmelen sprak tijdens de zitting van een "affectieve liefdesrelatie" tussen de vrouw en de man, die eindigde in 2015. Volgens hem gaat het om een privékwestie.