De partij Volt overweegt toch in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechter, die woensdag oordeelde dat de partij het geschorste Kamerlid Nilüfer Gündoğan terug in de fractie moet nemen. Zij was uit de fractie gezet nadat er meldingen tegen haar waren gedaan wegens grensoverschrijdend gedrag, maar volgens de rechter heeft Volt "in de hele affaire te voortvarend een onjuiste weg bewandeld".
Partijleider Laurens Dassen zei woensdag gevolg te geven aan de uitspraak omdat de rechter hem "op de vingers heeft getikt". Hij zegde toe met Gündoğan te gaan praten en bood haar zijn excuses aan. Maar een woordvoerder bevestigt donderdag na berichtgeving van EenVandaag dat de partij nadenkt over hoger beroep. De advocaten van de partij zouden zich daar op het moment over beraden.
Deskundigen, onder wie hoogleraar staatsrecht Wim Voermans en parlementair historicus Bert van den Braak spraken woensdag al respectievelijk over een "vreemde" en "verregaande" uitspraak van de rechter. Volgens Bettie Drexhage, auteur en voormalig ambtenaar, zijn verenigingsrecht noch arbeidsrecht hier van toepassing, terwijl de rechter zich daar wel op baseerde.
Volt kwam vorig jaar na de verkiezingen met drie zetels in de Tweede Kamer. De rechter toonde in het vonnis wel begrip dat de "jonge, relatief onervaren partijleiding" tot actie overging na meldingen van grensoverschrijdend gedrag. Volgens de rechter moet dit bezien worden in de context van MeToo en de onthullingen van het programma BOOS over The Voice of Holland.