Mensen die persoonlijk ervaring hebben met orgaandonatie zullen in het nieuwe schooljaar niet meer in hun eentje voor schoolklassen gaan staan om daarover te vertellen. Hun verhalen blijven wel "nadrukkelijk onderdeel uitmaken van de lessen door gastdocenten", meldt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS), die de lessen verzorgt.
Op aandringen van het ministerie heeft de stichting aanpassingen doorgevoerd. De verhalen van ervaringsdeskundigen worden straks meer ingebed in een feitelijke les. "Het is lastig te garanderen dat jongeren de voorlichting door iemand die dankzij donatie een nieuw leven heeft gekregen als neutraal ervaren", erkent de NTS.
NRC schreef als eerste over de verandering. Die hangt samen met de in 2020 gewijzigde donorwet. Daarin is geregeld dat iedereen van 18 jaar of ouder automatisch donor is, behalve mensen die aangeven dat ze dit niet willen. Als mensen in het Donorregister staan, mogen hun organen en weefsels na hun overlijden worden gebruikt om een ander te helpen. Dat kan overigens alleen als iemand in het ziekenhuis op de intensive care komt te overlijden.
Voor de overheid is gebalanceerde voorlichting "daarom nu extra belangrijk, juist bij jongeren die nog hun keuze moeten maken", legt de NTS uit. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bevestigt dat.
"Uit evaluaties is gebleken dat de voorlichting niet als neutraal is overgekomen", aldus een woordvoerder. Volgens het ministerie hadden de lessen aanvankelijk "wel iets van een wervend karakter" omdat er een tekort was aan donoren, al hebben de ervaringsdeskundigen volgens de woordvoerder ook altijd aandacht besteed aan "de nadelen en risico's" van orgaandonatie.
"Ervaringsverhalen hebben grote impact en blijven dan ook buitengewoon waardevol", benadrukt NTS. Zowel op scholen als in sociale media, of als "onderdeel van een verhaal vanuit ziekenhuizen" blijven mensen die een orgaan hebben ontvangen, of zelf hebben gedoneerd aan een ander, hun ervaringen delen.
Ook VWS noemt de bijdragen van de ervaringsdeskundigen "super waardevol" en benadrukt dat ze niet uit het voorlichtingsprogramma verdwijnen. Ze kunnen bijvoorbeeld ook opgenomen worden in de vorm van video's bij de lessen.