Dagmar Oudshoorn, voorzitter van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, sprak van een dubbel gevoel na de excuses die door premier Rutte namens de regering zijn aangeboden voor het slavernijverleden. "Dit is een heel groot historisch moment, maar door het pad dat afgelopen tijd gelopen is, is de glans van het moment wel verdwenen."
Oudshoorn doelt onder meer op de discussie die ontstond over de datum voor het excuus. Velen hadden liever gezien dat dit op Keti Koti (1 juli) was gebeurd, de dag waarop de afschaffing van de slavernij jaarlijks wordt gevierd. "Ik denk dat er nog heel veel gedaan moet worden om te zorgen dat we naar een gezamenlijk herstel kunnen." Rutte kondigde aan dat de koning op 1 juli bij Keti Koti zal zijn. Oudshoorn wilde hierbij niet spreken van een eer. "Wat hierbij heel erg belangrijk is, is dat de symbolische waarde van de koning heel belangrijk is voor veel nazaten. Daar zou het om moeten gaan."
Volgens Oudshoorn zijn nu de vervolgstappen belangrijk. "Het is een leerproces. Dat is ook beschreven door de premier. Bij het geven van excuses en geven van erkenning is ook het accepteren van die excuses belangrijk. Van daaruit zouden stappen gezet moeten worden zodat er gezamenlijk gekeken kan worden wat we verder gaan we doen. De premier zei; het is een komma, geen punt. Van daaruit moeten we samenwerken aan onze gezamenlijke toekomst."