Het kabinet moet de komende tijd in gesprek blijven met de landbouwsector en niet een dichtgetimmerd kabinetsplan voor de sector gaan presenteren. Dat vindt Chris Kalden, afzwaaiend voorzitter van het geklapte landbouwakkoord. Zoals toegezegd presenteerde hij woensdag zijn eindverslag.
Kalden adviseert landbouwminister Piet Adema om met een "beknopte visie" op de landbouw te komen waarin de randvoorwaarden worden geschetst. "Gericht" uitgenodigde partijen zouden daaraan dan invulling moeten geven. Adema is voornemens om in september met een eigen plan voor de sector te komen, sinds onderhandelingen over het landbouwakkoord stukliepen. Landbouworganisatie LTO had ondanks maanden van onderhandelen te weinig vertrouwen in het kabinet.
Dat de onderhandelingen voor een akkoord zijn geklapt, betekent volgens Kalden niet dat de dialoog met de sector nu ook stopt. "Blijvende dialoog is wenselijk en nodig. Gaandeweg heb ik gezien dat partijen minder gingen overtuigen, beter naar elkaar begonnen te luisteren en elkaar wilden begrijpen." De gesprekken werden volgens Kalden "op het scherpst van de snede" gevoerd, maar desondanks was de sfeer "goed en plezierig".
Zonder partijen bij naam te noemen, duidt Kalden bovendien waarom het kabinet en de sector er niet uit zijn gekomen. Ondanks de goede sfeer zag hij ook partijen "die het lastig vinden om te kiezen; men wil liefst niemand voor het hoofd stoten. En ik zie behoorlijke verschillen in de mate waarop men was voorbereid voor de lastige discussies en in de manier en snelheid van besluitvorming."
Sinds Adema minister is, wordt hem door verschillende partijen verweten dat hij boeren te veel naar de mond praat en harde maatregelen schuwt. Verder wezen Haagse bronnen voordat het akkoord klapte naar verdeeldheid binnen de LTO. Voorman Sjaak van der Tak zou best bereid zijn tot een akkoord te komen, maar regiobestuurders uit het noorden en zuiden zouden het niet hebben gewild.
Volgens Kalden lopen het kabinet en de landbouwsector nu een groot aantal zaken mis doordat er geen akkoord ligt. Boeren zouden meer gaan doen aan natuurbeheer, er zou meer worden geïnvesteerd in innovaties, er zou een kans liggen voor een "echte omslag naar doelsturing" en er zouden afspraken liggen voor een beter verdienvermogen van boeren. Toch is Kalden optimistisch: "dat betekent niet dat alles daarmee weg is, maar het moet opnieuw worden bevestigd".