Iets meer dan 1,4 miljoen Nederlanders zijn vorige week gevaccineerd tegen het coronavirus. Dat is, zoals verwacht, minder dan het record van de week ervoor, toen bijna 1,7 miljoen mensen een prik kregen.
Dat er iets minder is geprikt, komt doordat Nederland minder vaccindoses heeft gekregen van de fabrikanten. Die leverden in de week voor het record ruim 1,8 miljoen doses. De week erna waren dat er bijna 1,3 miljoen en vorige week ruim 1,4 miljoen.
Tot en met afgelopen zondag hebben bijna 13,9 miljoen mensen een inenting gekregen. Dat zijn zowel eerste vaccinaties als de herhaalprikken die bij de meeste middelen nodig zijn. Inmiddels is dat gestegen tot boven de 14 miljoen.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft nog niet alle gegevens binnengekregen van de GGD'en. De diensten, die de meeste vaccinaties uitvoeren, kampten in de afgelopen weken met een storing, waardoor de data niet konden worden doorgegeven. Van ruim 800.000 prikken is wel bekend dat ze zijn gezet, maar is het nog niet duidelijk aan wie. Daardoor heeft het RIVM bijvoorbeeld geen goed beeld van de vaccinatiegraad onder jonge volwassenen, die nu aan de beurt zijn om een prik te krijgen. Ook weet het RIVM niet zeker hoeveel mensen nu een eerste prik hebben gehad en hoeveel een tweede prik.
De vertraging heeft geen gevolgen voor de CoronaCheck-app, waarmee mensen straks kunnen aantonen dat ze gevaccineerd zijn om ergens toegang te krijgen. Die app haalt de informatie ook uit de administratie van de GGD, waar de vaccinaties geregistreerd staan.
De vaccinatiegraad is het hoogst onder 70- tot 84-jarigen. Negen op de tien mensen in die leeftijdsgroep hebben een eerste prik gehad.
In verreweg de meeste gemeenten is meer dan 85 procent van de 65-plussers gevaccineerd. Uitzondering zijn de drie grote steden en enkele overwegend reformatorische plaatsen, zoals Tholen, Zwartewaterland en Barneveld. De vaccinatiegraad in deze groep is het laagst op Urk, waar ongeveer de helft van de 65-plussers is ingeënt tegen het coronavirus.