Tot dusver zijn er ruim 1,8 miljoen boosterprikken gezet, zei programmadirecteur vaccinaties Mariska van Blankers van het RIVM dinsdag in de Tweede Kamer. Dat betekent dat er vorige week 780.000 oppepprikken zijn gezet en daarmee is het doel voor die week bereikt.
Demissionair coronaminister Hugo de Jonge had dat doel op 700.000 prikken gesteld. Iedere volwassene die dat wil moet in januari een boosterprik hebben kunnen krijgen.
De cijfers die Van Blankers in de Kamer presenteerde gaan over de periode tot en met afgelopen zondag 19 december. Op dit moment kunnen alle mensen uit geboortejaar 1964 of eerder een afspraak maken voor een boostervaccinatie.
Er zijn op dit moment 12,1 miljoen volwassenen in Nederland die een boosterprik zouden kunnen krijgen, omdat zij ook hun eerdere vaccinatie hebben genomen. Een deel kan nog geen boosterprik krijgen omdat ze korter dan drie maanden geleden hun eerdere vaccinatie kregen of een coronabesmetting doormaakten.
Daarom schat Van Blankers dat er in totaal ongeveer 11 miljoen mensen een boosterprik moeten krijgen komende periode. Dat betekent dat bij een opkomst van 100 procent nog bijna 9,2 miljoen mensen een vaccinatie moeten krijgen voor het einde van januari.