Het aantal nieuwe asielzoekers ligt nog altijd hoger dan een jaar geleden. Ongeveer duizend mensen hebben vorige week asiel aangevraagd in Nederland, tegen ongeveer zevenhonderd in dezelfde week in 2023. De Eerste Kamer debatteert maandag en dinsdag over de zogenoemde spreidingswet, waarmee de overheid de asielzoekers wil verdelen over het land, desnoods door gemeenten te dwingen tot opvang. De Tweede Kamer heeft de voorgestelde wet al goedgekeurd.
Bij de wekelijkse cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid over de asielinstroom gaat het niet alleen om nieuwe aanvragen, maar bijvoorbeeld ook om nareizigers. Dit zijn mensen die naar Nederland mogen komen om zich aan te sluiten bij een familielid dat asiel heeft gekregen. Het gaat om afgeronde cijfers, dus de werkelijke aantallen kunnen iets afwijken.
Voor de vijftiende week op rij ligt de instroom hoger dan in dezelfde week een jaar eerder. Dat begon in oktober. In die vijftien weken kwamen ruim 18.000 asielzoekers naar Nederland, tegen bijna 14.000 in diezelfde weken een jaar eerder.
Nederland heeft te weinig opvangplekken voor de nieuwe asielzoekers en de mensen die er al waren. Dat komt niet alleen door een gebrek aan tijdelijke en langdurige locaties, maar ook doordat duizenden statushouders noodgedwongen nog in asielzoekerscentra verblijven. Zij zijn erkend als vluchteling en mogen dus in Nederland blijven, maar door de woningnood is er geen woning voor ze.
De aantallen leiden tot problemen bij het aanmeldcentrum in het Groningse Ter Apel, waar asielzoekers zich moeten registreren voordat hun aanvraag in behandeling wordt genomen. Op die locatie zitten al tijden meer asielzoekers dan de 2000 die de gemeente en de overheid jaren geleden hadden afgesproken. De gemeente heeft een kort geding aangespannen om het aantal bewoners terug te brengen. Die zaak diende vorige week, de rechtbank in Groningen doet volgende week uitspraak.