De afgelopen jaren is er veel veranderd in Nederland, onder meer door de crisis. Maar de manier waarop Nederlanders hun tijd besteden verschilt nauwelijks met tien jaar geleden. Wel zijn er verschillen tussen groepen in vrijetijdsbesteding. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Nederlanders hebben gemiddeld nog steeds evenveel vrije tijd als tien jaar geleden, aldus de onderzoekers. Maar binnen verschillende groepen is de vrije tijd niet gelijk verdeeld. Zo hebben laagopgeleiden wekelijks bijna 5,5 uur meer vrije tijd dan hoogopgeleiden.
Opleidingsniveau speelt ook een rol in vrijetijdsbesteding bij mensen met kinderen. Hoogopgeleide vrouwen met kinderen werken bijvoorbeeld meer, maar blijven daarbij evenveel in het huishouden doen als laagopgeleide vrouwen die niet of minder werken. Hoogopgeleide vrouwen hebben dan ook minder vrije tijd te besteden.
Hoogopgeleide mannen werken meer uren en doen meer in het huishouden dan laagopgeleide mannen. Door alle extra verplichtingen in werk en zorgtaken hebben hoogopgeleide mannen en vrouwen naast minder vrije tijd ook minder tijd voor persoonlijke verzorging (eten, douchen en slapen).
Ook in de verdeling van taken tussen mannen en vrouwen is weinig veranderd. Vaders werken meer en besteden minder tijd aan zorgtaken dan moeders. Al op jonge leeftijd is verschil zichtbaar. Bij de 12- tot 19-jarigen besteden jongens vijf uur per week aan huishoudelijke taken, terwijl dat voor meisjes negen uur per week is.
Gemiddeld hebben Nederlanders elke week zo'n 42,5 uur vrije tijd. Daarvan gaat het meeste op aan televisiekijken: zo'n twee uur per dag. Acht uur per week wordt besteed aan het onderhouden van sociale contacten. Verder wordt er wekelijks gemiddeld 1 uur en 45 minuten gesport en wordt twee uur per week vrijgemaakt om te rusten.