Bijna de helft van de Nederlanders van 15 jaar of ouder (49 procent) gaf in 2023 aan zich in de afgelopen twaalf maanden ten minste één keer vrijwillig te hebben ingezet voor een organisatie of vereniging. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee is het percentage vrijwilligers in Nederland terug op het niveau van voor corona. Gedurende de coronajaren deed gemiddeld 41 procent van de Nederlanders vrijwilligerswerk.
De meeste vrijwilligers waren in 2023 actief voor sportverenigingen. Ook scholen, de buurt en hobbyverenigingen waren populaire vrijwilligersdoelen. Daarnaast deden mensen vaak vrijwilligerswerk in onder meer de gezondheidszorg, bij culturele of levensbeschouwelijke instellingen, voor natuurbehoud, voor jeugd- of buurthuiswerk, bij vluchtelingenwerk en voor politieke organisaties.
In 2023 zetten vrijwilligers zich vaker af en toe of eenmalig in dan in 2022. Gemiddeld besteedden mensen in 2023 iets meer dan vier uur per week aan hun vrijwilligerswerk. Vrijwilligers in de verzorging en in de gezondheidszorg zetten zich het vaakst wekelijks in en besteedden de meeste uren per week. Ook van de vrijwilligers voor onder andere levensbeschouwelijke instellingen, jeugd- of buurthuiswerk, culturele verenigingen en sportclubs, was meer dan de helft wekelijks of maandelijks actief. Bij vrijwilligerswerk voor een school, voor de buurt en voor natuurbehoud ging het vaker om een eenmalige klus.
Een compliment of bedankje krijgen als blijk van waardering van de vereniging of organisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk deden, is voor bijna de helft van de vrijwilligers belangrijk. Daartegenover staat dat slechts 5 procent van de vrijwilligers graag een financiële vergoeding ziet voor het vrijwilligerswerk. Het CBS merkt hierbij op dat oudere vrijwilligers minder vaak waarde hechten aan complimenten, attenties en vergoedingen dan jongere vrijwilligers.