De Verenigde Staten willen dat Nederland bij een nieuwe missie in Syrië 'militaire middelen op de grond’ levert om de terroristische organisatie IS klein te houden. Dat zegt Pete Hoekstra, de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag, tegen de Volkskrant.
Nederland had 'heel scherpe kritiek’ op de Amerikaanse aankondiging eind vorig jaar over de terugtrekking uit Syrië, zegt Hoekstra. "Dus we zijn optimistisch dat de Nederlanders na deze retoriek en deze kritiek zullen doorpakken en bijdragen aan wat volgens hen nodig is in Syrië. Het is geen wederopbouwmissie", benadrukt Hoekstra.
Er was in december vooral kritiek op de wijze waarop Washington de terugtrekking wereldkundig maakte namelijk door een tweet van president Donald Trump. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) zei in de Kamer van de zeer ingrijpende beslissing slechts "zeer beknopt" ambtelijk op de hoogte te zijn gesteld.
Minister Ank Bijleveld (Defensie) liet vorige week weten "welwillend" naar het verzoek voor een nieuwe bijdrage in Syrië te kijken. Het kabinet onderzoekt nu de haalbaarheid en wenselijkheid van een militaire of civiele bijdrage. Het kan ook nog zo zijn dat Nederland taken van de VS in Irak overneemt.
Er ligt op dit moment geen mandaat om Nederlandse militairen naar Noord-Syrië te sturen. Volgens ambassadeur Hoekstra is er geen VN-mandaat nodig. Grondtroepen kunnen als het aan hem ligt onder hetzelfde mandaat opereren waarmee Nederlandse F-16's IS voorheen bestreden boven Irak en Syrië.
Er is flinke druk vanuit Washington om een bijdrage te leveren, is rond het Binnenhof te horen. Toen de Amerikaanse minister Mike Pompeo (Buitenlandse Zaken) begin deze maand in Den Haag was heeft hij ook aangedrongen op een Nederlandse bijdrage. In de gesprekken wordt ook gewezen op het feit dat Nederland bij lange na niet voldoet aan de NAVO-norm voor militaire uitgaven.