Voor de culturele sector maakt een sluitingstijd van 23.00 uur in plaats van 22.00 uur uit, omdat theaters zo meer voorstellingen kunnen draaien. Dat zegt een woordvoerder van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Bovendien kunnen voorstellingen dan doordeweeks later beginnen, zodat het publiek gemakkelijker na werk naar een voorstelling kan komen kijken.
Een extra uur speeltijd maakt vooral uit voor de grotere producties, stelt de VSCD-woordvoerder. "Die duren zo'n twee tot drie uur en zijn niet zo makkelijk te verschuiven. Dat heeft ook met het publiek te maken, dat overdag aan het werk is en vaak vanuit andere steden of dorpen naar het theater moet reizen." Daardoor zijn voorstellingen lastig te vervroegen, meent hij. Sommige theaters kiezen er wel voor om dit te doen, maar dat leidt volgens hem tot lege zalen. Daarbij houden theaters vaak meerdere voorstellingen op een avond, maar "dat kan nu niet. Dat maakt het ook weer minder rendabel".
Maar het grootste probleem, meent de zegsman, is toch de 1,5 meter afstand, waardoor theaters minder publiek kunnen ontvangen. "Daardoor trekken veel producties zelf de stekker eruit. Maar er zijn ook artiesten die uit principe niet willen spelen met 1,5 meter afstand, voor een legere zaal." Ook het controleren op QR-codes is volgens de woordvoerder "toch een operatie". "Zo'n avond loopt al minder soepel dan voor de coronacrisis."
Eerder riepen onder anderen cabaretier Diederik Ebbinge en cabaretière Sanne Wallis de Vries ook al op om theaters niet tot 22.00 uur, maar tot 23.00 uur open te houden. De culturele sector had woensdag een gesprek met staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media), waarin zij de staatssecretaris vroeg de sluitingstijd van 22.00 uur en de 1,5 meter af te schaffen. Uslu meldde dat die maatregelen niet eerder dan de nu geldende zes weken kunnen worden afgeschaft.