VVD en CDA blijven de grootste landelijke partijen bij de Nederlandse gemeenteraden. Maar beide partijen verliezen wel. In 2018 kregen ze allebei ruim 13 procent van de stemmers achter zich, deze gemeenteraadsverkiezingen koos ongeveer 11,5 procent van de stemmers voor de VVD en 11,2 procent voor het CDA, aldus de voorlopige uitslag van de Verkiezingsdienst van het ANP. In de nacht van woensdag op donderdag was 98,5 procent van de stemmen geteld.
VVD-leider Mark Rutte durfde al vroeg op de avond te voorspellen dat zijn partij de grootste landelijke partij was in de Nederlandse gemeenteraden. Procentueel staat de VVD er inderdaad beter voor dan het CDA, maar de christendemocraten bezetten straks wel meer zetels. Dit heeft te maken met het aantal stemmen dat voor een gemeenteraadszetel nodig is: dit verschilt sterk per gemeente.
"Het voorlopige beeld is dat we helaas zetels hebben verloren, en dat het tegelijkertijd beter lijkt dan de recente peilingen", zei partijleider Wopke Hoekstra in reactie op de eerste exitpolls. Hij denkt dat zijn partij na de crisis vorig jaar nu echt in rustig vaarwater is gekomen.
Een van de redenen dat de klap voor het CDA meevalt, is mogelijk dat de opkomst relatief laag is. Daar profiteert de partij normaal gesproken van, wegens haar trouwe achterban, aldus oud-partijleider en minister Hugo de Jonge.
De andere partijen in de landelijke regeringscoalitie, D66 en ChristenUnie, leverden allebei wat minder stemmen in.