In deze eerste reeks van de rubriek ‘Een nieuw begin’ interviewt Nieuws.nl mensen die in de gevangenis hebben gezeten en familie en partners van (ex-)gedetineerden. In de tweede aflevering is Dorothe Mano aan het woord; een achterblijver die samen met haar partner Mano een samengesteld gezin heeft dat uit zeven kinderen bestaat, alleen moest bevallen omdat haar partner in de gevangenis zit, geleerd heeft om schijt te hebben aan wat mensen over haar denken en een zoon van bijna 18 heeft die geregeld met justitie te maken krijgt op basis van etnisch profileren.
Ze zit in een whatsapp groep voor achterblijvers, een groep vrouwen die allemaal een partner hebben die in de gevangenis zit. Sinds juni 2019 staat Dorothe er alleen voor. Haar partner heeft toen 54 maanden gekregen. Ze vertelt dat sinds de nieuwe BBA (Beperkt Beveiligde Afdeling) wet er veel is veranderd in haar partners situatie, en dus ook in die van haar. Hij mocht eerst elk weekend naar huis, maar dat mag nu niet meer. “Hij gaat erop achteruit, want er valt veel weg. Hij heeft aangegeven dat hij liever helemaal weer naar binnen wil, want dat weet hij waar hij aan toe is. De communicatie naar achterblijvers en gedetineerden is heel onduidelijk.”
"Ik weet dat er altijd een verhaal achter iemand zit"
Dorothe en Mano kennen elkaar zo’n vijf jaar en zijn iets meer dan drie jaar officieel samen. “Toen ik hem ontmoette zat hij niet vast. Daarna zat hij een paar maanden vast en hadden we telefonisch contact.” Vervolgens kregen ze echt een relatie en ook samen een dochter. “Veel mensen keuren onze relatie af. Ik weet dat er altijd een verhaal achter iemand zit. Je moet verder kijken dan de daad. Ik kijk naar de mens. Iedereen kan veranderen en kan leren van zijn fouten. Het zat mij niet in de weg. Ik heb dat geleerd in de loop der jaren. Mijn vader werkten met verslaafden. Die kwam altijd thuis met verhalen, waardoor ik anders naar mensen ben gaan kijken.”
Je noemt jezelf een achterblijver, hoe ervaar je dat?
“Het is een stigma waar mensen vaak een vooroordeel over hebben. Ze zijn vaak terughoudend. Dat merk ik vooral met mijn kinderen. Toen hij weer naar de gevangenis moest, was ik 24 weken zwanger. Mijn oudste twee zaten al op school. Al snel gingen er allemaal verhalen de ronde. Mijn zoon kwam thuis dat zijn beste vriendje niet meer mocht komen spelen, omdat zijn vader een beetje wild was. Dat is wel een dingetje geworden. Ik heb dat onlangs uitgesproken met de moeder van dat vriendje. Ik zag haar weer na lange tijd. Ze legde het uit waardoor dit kwam, maar het blijft jammer dat mensen zo’n beeld van jou en je gezin hebben. Het is namelijk niet gebaseerd op wat er precies is gebeurd.”
“Ik heb periodes waarin het heel goed met me gaat en dan praat ik ook met vrouwen die hetzelfde doormaken. En dan opeens zijn er een paar dagen en dan voel ik me erg alleen. Wat ik vooral mis is dat we aan het einde van de dag niet samen de dag kunnen doornemen. Tijdens de vakantie voel ik me schuldig, want dan doen we leuke dingen. Hij kan daar niet bij zijn. Toen onze dochter werd geboren, viel ik erna in een gat. Je bent heel blij, maar tegelijkertijd heb je verdriet omdat hij er niet bij is. Ik voel me dus wel een achterblijver.”
“Ik denk dat de mannen niet beseffen hoeveel er op de achterblijvers neerkomt. Jij bent de persoon die alles moet overnemen. Je hebt de zorg voor de kinderen, je moet de rekeningen betalen en alle instanties bellen dat je partner vastzit. Je wordt het aanspreekpunt voor je partner. Wat dat betreft is achterblijver wel een goede benaming.”
Hoe is het voor de kinderen?
“Die zijn heel flexibel, maar het verschilt een beetje per kind. Hij kwam vast te zitten voor corona begon. Toen veranderde er van alles. Eerst mocht hij zijn kinderen vasthouden en kusjes geven, en had je nog familiekamers, waar je zonder toezicht je kinderen een aantal uur mag zien. Toen kregen we plexiglas. Langzaamaan zijn ze de maatregelen aan het afbouwen, maar het is nog niet als vanouds. Dit maakt de band tussen hem en zijn kinderen wat lastiger. Onze dochter begrijpt niet dat er glas tussen zit en dat ze haar vader niet mag aanraken. We gingen standaard elke week op bezoek, maar nu zit hij ergens anders, op een gesloten afdeling. Dat is twee uur rijden. Dat is bijna geen doen. De afgelopen drie maanden heb ik hem twee keer gezien.”
Wat heb je geleerd de afgelopen jaren?
“Er verandert veel en ik heb net zoals meerdere vrouwen mezelf afgevraagd of ik hier wel mee door moet gaan. Maar ik houd wel van deze man en zal hem onvoorwaardelijk steunen. Dit roept vaak onbegrip op. Ik denk dat ik sterker ben dan ik dacht. Ik kan dit aan, ook al had ik dat niet verwacht. Het vraagt om een stukje doorzettingsvermogen.”
Hoe reageert de omgeving?
“Ik houd van eerlijk zijn tegen de kinderen en ben heel open over de situatie. In het begin ging ik naar de kapper van mijn moeder en zei ze dat ik maar niet moest vertellen dat hij vastzat. Want dan krijg ik het te horen, zo zei ze. Mijn omgeving is terughoudend en er zit wat schaamte. De vrouwen in de WhatsApp groep begrijpen wat ik voel. Buitenstaanders vaak niet en dat mis ik wel.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
“Tuurlijk hoop ik dat hij vrijkomt. Mijn partner is iemand die eerst doet en dan pas nadenkt. Wij praten daar veel over. Wat dat betreft is onze communicatie veel beter geworden. Ik heb vertrouwen dat het goed komt en als dat niet zo is, dan komt het ook wel weer goed.”
Stel, jij mag bepalen hoe de terugkeer naar de maatschappij voor gedetineerden moet worden aangepakt. Hoe zou je dat doen?
“Daar wordt nu te weinig aan gedaan. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat je veel met gevoel doet en achterblijvers erbij betrekt. Die kennen de mannen het beste. Dus vooral veel met gevoel werken, dierbaren van de gedetineerden betrekken bij het proces en ze een stukje vertrouwen meegeven. Dus niet gelijk zeggen dat iets gedoemd is te mislukken of dat ze iets niet kunnen.”
Wie is de Tante Bep van jouw partner, iemand die hem werkelijk ontmoet voor wie hij is.
“Zijn oudere zus, die is heel straight en eerlijk naar hem. Je zit daar door jezelf, je weet wat je eigen tekortkomingen zijn, ga het anders doen en luister naar anderen. Dat zijn dingen die zij tegen hem zegt. Misschien ben ik ook wel zijn Tante Bep, maar ik sta te dichtbij. Hierdoor ben ik iets softer dan zijn zus, die veel doortastender is.”
Wie is jouw tante Bep?
“Dat is Mano, juist omdat mensen om mij heen er heel negatief instaan. Ik ben me gaan afsluiten van mijn eigen familie, en hij is wel degene die zegt dat ik het misschien anders moet aanpakken. Hij geeft me echt goeie adviezen. Hij weet het zelf heel goed, maar zelf doen is dan toch weer wat anders.”
Wat is het grootse oordeel dat mensen hebben over jouw partner?
“Ik ben bij zijn rechtszaak aanwezig geweest. Ze halen continu zijn verleden erbij. Je hebt tot nu toe zo gehandeld, dus dat zal nu ook zo zijn. Er wordt telkens gehamerd op wat er in het verleden is gebeurd.”
Welk vak heb je gemist op school?
“Een stukje levenservaring. Ik weet niet hoe je dat als vak moet geven, maar we mogen kinderen beter voorbereiden op de toekomst. Het zou mooi zijn als er docenten op school zijn die vertellen wat zij zelf geleerd hebben en hun levensverhaal vertellen.”
Wat vind je het allermooiste aan Mano?
“Zijn hart. Ik had al kinderen voordat ik hem leerde kennen. Hij is heel open naar zijn kinderen en ziet en behandelt mijn kinderen als zijn eigen kinderen. Hij heeft dezelfde kijk als ik: verder kijken dan wat je in eerste instantie ziet.”
Wat betekent liefde voor jou?
“Er onvoorwaardelijk voor elkaar zijn, loyaliteit, jezelf kunnen zijn, lachen met elkaar, op je gemak voelen bij de ander.”
Wat heb je over jezelf ontdekt?
“Ik heb een transformatie doorgemaakt. Voorheen vond ik het heel moeilijk om nee te zeggen tegen mensen. Ik was altijd bezig met wat ze van me zullen vinden. Het heeft best wel lang geduurd voordat ik dit kon loslaten, maar daar heb ik inmiddels schijt aan gekregen. Wat ze denken doet er niet toe, dit is mijn leven. Het is alleen belangrijk hoe ons gezin in dit leven staat.”