Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) staat voor een humaan detentiebeleid, maar vindt dat dit beleid hard moet zijn als het moet. "In Nederland hebben we te maken met een buitencategorie criminelen waartegen stevige maatregelen genomen worden." Die maatregelen moeten volgens wel passen binnen de grenzen van de rechtstaat.
Dit zegt hij in reactie op de forse kritiek van het anti-foltercomité (CPT) van de Raad van Europa, op de onlangs aangescherpte veiligheidsmaatregelen in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. CPT noemt die maatregelen "buitensporig".
Weerwind zegt dat "het altijd zoeken is naar een balans van hoe hard je optreedt. Wat we doen, doen we als maatwerk en zorgvuldig, met de juiste grondslag."
In september vorig jaar is het regime in de EBI in Vught strenger geworden voor gedetineerden die er vanwege levensbedreigend voortgezet crimineel handelen of zware georganiseerde misdaad zitten. Ze mogen bijvoorbeeld veel minder bellen en maar een keer per week maximaal een bezoeker ontvangen. Met deze aangescherpte regels wil Weerwind voorkomen dat gedetineerden in de EBI hun contacten met de buitenwereld misbruiken om zo door te gaan met criminele activiteiten.
Begin deze maand heeft Weerwind een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om daar waar het moet, hard op te kunnen treden. Zware criminelen die in de gevangenis zitten, mogen straks minder of helemaal geen contact met de buitenwereld hebben als ze een zeer ernstig risico vormen voor de veiligheid van de samenleving. Ook met dit wetsvoorstel wil de minister tegengaan dat vanuit de gevangenis criminele activiteiten of contacten worden voortgezet.
Recent bleek dat onder anderen Ridouan Taghi via familieleden ongeoorloofd contact zou hebben met zijn neef, die ook in het criminele netwerk van Taghi zou zitten. De advocaat van Taghi, Inez Weski, werd zelf ook vastgezet vanwege informatie van haar cliënt die ze mogelijk naar buiten heeft gebracht.