Het is "zeer ongewenst en zorgelijk" dat woonadressen of telefoongegevens van advocaten soms in strafdossiers worden vermeld. Dat meldt minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) in antwoord op Kamervragen van de VVD. Volgens hem is er ook geen enkele reden of noodzaak dat dit gebeurt. Hij is met het Openbaar Ministerie, politie en het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) in overleg om deze werkwijze aan te passen.
In het strafdossier staan alle verslagen en processtukken over de gebeurtenissen waar het OM en de rechter zich op baseren in een strafzaak. Advocaten en verdachten krijgen het dossier ook. Dat kan gevaar opleveren voor advocaten en andere geheimhouders zoals notarissen en zorgverleners. De VVD wil af van de herleidbaarheid van privégegevens.
Weerwind is het daarmee eens en vindt dat ook de verkeers- en locatiegegevens van bijvoorbeeld telefoongesprekken van een advocaat met een verdachte niet volledig hoeven te worden vermeld. Deze telefoongesprekken zijn geheim en worden ook niet opgenomen, maar de verkeersgegevens kunnen wel worden vermeld in het dossier. Dat mag, maar het is volgens de minister "niet noodzakelijk en ook onwenselijk" dat gebruikersgegevens van een geheimhouder worden opgenomen in het dossier, zoals een telefoonnummer.
Mogelijk kan daarvoor beter een kantooradres worden geregistreerd en vermeld. De betrokken partijen zoeken samen met de advocatuur naar een oplossing, aldus Weerwind.