De nieuwe staking in het streekvervoer die door FNV en CNV voor woensdag en vrijdag is aangekondigd "gaat niks brengen, want werkgevers kunnen simpelweg niet voldoen aan de eisen van de vakbonden". Dat laat de Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer (VWOV) weten. "Dat vakbonden deze koers kiezen, vinden we heel teleurstellend."
De aankondiging van nieuwe landelijke stakingen kwam twee weken na een vijfdaagse staking in het streekvervoer. De medewerkers willen een nieuwe cao met een loon dat meestijgt met de inflatie en maatregelen om de hoge werkdruk te verlagen. FNV eist een loonsverhoging van 16,9 procent voor een cao voor een jaar. CNV eist 14 procent verspreid over achttien maanden.
VWOV-voorzitter Fred Kagie herhaalde dat het geld voor die looneisen er niet is. "Staken betekent niet dat het geld er ineens toch is. De marges in het openbaar vervoer zijn heel klein, sinds corona draaien vervoerbedrijven rode cijfers. Staken brengt ons niet aan tafel. Zolang er gestaakt wordt en deze ultimatums op tafel blijven liggen, gaan we niet in gesprek."
De werkgeversvereniging geeft aan dat de impact van de staking pas op de dag zelf duidelijk wordt. Bij eerdere stakingen is het beeld geweest dat landelijk ongeveer 50 procent van het streekvervoer kon blijven rijden, met daarbij regionale verschillen, aldus VWOV. "Ook als veel bussen rijden, maar de jouwe niet sta je enorm te balen. Het beïnvloedt bovendien de sfeer in de bedrijven en het imago van de sector. Het kost werknemers geld, het kost de werkgevers geld en het brengt ons niet aan tafel", stelt Kagie.
De nieuwe acties hebben betrekking op de grote cao in het streekvervoer. Die geldt voor 13.000 medewerkers, met name buschauffeurs. De kleinere cao Multimodaal geldt voor 1300 medewerkers, voornamelijk treinpersoneel. Ook voor die cao werd al eerder gestaakt. De VWOV vertegenwoordigt de bedrijven Arriva, EBS, Keolis Nederland, RET, Transdev en Qbuzz.