Het parlement van Sint-Maarten heeft woensdag een wet aangenomen over het installeren van een zogeheten Integriteitskamer. De oprichting van die instantie is de laatste voorwaarde die Nederland heeft gesteld aan het verstrekken van hulpgeld voor de wederopbouw na de verwoestende orkaan Irma.
Nederland heeft daarvoor 550 miljoen euro vrijgemaakt. Het geld zal niet rechtstreeks aan het eiland worden overgemaakt, maar via de Wereldbank.
Het instellen van de Integriteitskamer was een voorwaarde van Nederland voor de hulp, omdat een dergelijk orgaan mogelijke corruptie kan opsporen binnen de overheid. Volgens Den Haag is dat een garantie dat het geld voor de wederopbouw niet in verkeerde zakken verdwijnt.
Nu de wet is aangenomen door het vijftienkoppige parlement, met 9 stemmen voor en 3 tegen, zou de lokale Ombudsman nog kunnen besluiten de wet voor te leggen aan het Constitutioneel Hof. Doet hij dat niet, dan kan de wet in werking treden.
Tegenstanders in het parlement spraken van ,,een hele trieste dag voor het land’'. Volgens Frans Richardson van de partij USM hebben de voorstanders zich laten overhalen hun eigen idealen en de autonomie van het eiland op te geven in ruil voor een zak met geld uit Nederland.