Wetenschappers: klimaatschadefonds is historisch grote beslissing

20 nov 2022, 18:31 Landelijk
wetenschappers klimaatschadefonds is historisch grote beslissing
ANP
De Nederlandse klimaatwetenschappers Heleen de Coninck en Pieter Pauw zijn het eens: dat er een klimaatschadefonds komt, is een historisch grote beslissing. Op de vroege zondagmorgen hebben bijna tweehonderd landen op de VN-klimaattop in Sharm-el-Sheikh ingestemd met een fonds om schade te vergoeden bij ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering.
Hoe dat fonds eruit moet gaan zien, is nog onduidelijk. "Het gaat nog erg spannend worden", denkt Pauw. Als het aan de Europese Unie en een aantal andere vroeg geïndustrialiseerde landen ligt, hoeven zij niet alleen voor de kosten van het fonds op te draaien. Landen die formeel nog ontwikkelingsland zijn, maar inmiddels wel veel broeikasgassen uitstoten, zoals China, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten, willen echter niet bijdragen. Dat is geen eerlijke verdeling, vindt de EU.
Het laatste woord is dus nog niet gezegd over wie geld moet betalen en wie aanspraak kan maken op het fonds. De komende jaren wordt daarover verder onderhandeld. Beide onderzoekers zagen dat de Europese Unie een belangrijke sleutelrol speelde in de realisatie van het fonds op de klimaattop. "Het brak de discussie open toen de EU dit aankondigde", zegt De Coninck. Pauw vult aan: "Aan het begin van de klimaattop zag de EU het echt niet zitten, maar de verandering van positie is erg goed geweest."
De wetenschappers werken allebei op de TU Eindhoven en schreven mee aan het zogenoemde Emissions Gap Report dat in oktober werd gepubliceerd door het milieubureau van de VN. Ze zien dat het klimaatakkoord van Sharm-el-Sheikh tekortschiet als het gaat over het beperken van klimaatverandering. De afspraken om uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zijn bijna een kopie van vorig jaar in Glasgow. "Eigenlijk zijn we een jaar kwijt", zeggen ze.
"Ook ontwikkelingslanden hebben baat bij een wereldwijde vermindering van uitstoot", stelt De Coninck. "Het lijkt erop dat ze zo graag een fonds wilden voor de schade die ze oplopen, dat ze niet te harde doelen wilden stellen op de reductiekant." Ze snapt dat de EU teleurgesteld is met de uitkomst: "Het is voor ons geen houdbaar klimaatbeleid als de EU als enige op de troepen vooruitloopt."
De Coninck en Pauw zien ook dat er een sprankje hoop gloort aan de horizon. Zo staat in het slotakkoord een paragraaf over het verduurzamen van het financiële systeem. "Dit is een waarschuwing voor commerciële banken meer tegen klimaatverandering te doen", zegt Pauw. De Coninck is blij met de aanwezigheid van klimaatminister Rob Jetten op de COP27. "Hopelijk geeft dat nieuw vuur om in Nederland veel harder aan de slag te gaan en het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen." Bovendien is ze blij dat het slotakkoord telkens teruggrijpt naar de wetenschap. "Dat is wel eens anders geweest", memoreert ze.