Wetenschappers: klimaattop belangrijk, maar het wordt moeilijk

23 okt 2022, 7:24 Landelijk
wetenschappers klimaattop belangrijk maar het wordt moeilijk
Klimaattoppen kunnen belangrijke doorbraken opleveren, zoals het Klimaatakkoord van Parijs, maar of dat binnenkort in Egypte gaat lukken is zeer de vraag. Klimaatbeleidsonderzoeker Heleen de Coninck heeft "geen hoge verwachtingen" van de zogeheten COP27, die over twee weken begint. "De verhoudingen tussen Amerika en China waren de afgelopen jaren nooit zo slecht als nu. Ze zijn amper in gesprek door de spanningen over Taiwan. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de oorlog in Oekraïne. Het is moeilijk onderhandelen met zulke verzuurde verhoudingen", blikt de hoogleraar van de TU Eindhoven vooruit tegenover het ANP.
Volgens De Coninck gaat het te langzaam, maar hebben klimaatconferenties er wel aan bijgedragen dat het klimaatbeleid stukje bij beetje "de goede kant op" gaat. De vorige top in Glasgow was volgens haar een relatief sterke. "Mede dankzij het Britse voorzitterschap dat voorop wilde lopen. Egypte is zelf niet heel ambitieus."
Marjolijn Haasnoot, klimaatonderzoeker bij Deltares, houdt zich met geopolitiek niet zo bezig. "Ik kan alleen maar zeggen dat het heel belangrijk is dat we binnen die 1,5 graad blijven", verwijst ze naar het voornaamste klimaatdoel. Daarnaast hoopt ze dat "meer erkend zal worden dat aanpassingen nodig zijn vanwege klimaatverandering, op sommige plekken al op korte termijn."
Als alle ambities die landen hebben geformuleerd daadwerkelijk worden behaald, kan de opwarming van de aarde volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) beperkt blijven tot 1,8 graden aan het eind van deze eeuw. De Coninck wijst er echter op dat een fors ‘implementatiegat’ moet worden gedicht, zoals wetenschappers het verschil tussen woorden en daden noemen.
Zo gaat de verschuiving van fossiel naar hernieuwbaar volgens De Coninck te traag. "Daar zijn ook verschuivingen in het financiële systeem voor nodig. Dat is niet eenvoudig" legt de hoogleraar uit. Noodzakelijke investeringen in ontwikkelingslanden worden bijvoorbeeld vaak als te riskant gezien.
De wetenschappers zijn het eens dat de gevolgen van klimaatverandering al heel merkbaar zijn. Recente voorbeelden zijn de hevige overstromingen in Pakistan en de droogte en hittegolven in grote delen van Europa. Boven de 1,5 graad opwarming dreigen nog ernstiger gevolgen, legt Haasnoot uit. "Dan beginnen soorten uit te sterven en krijgen we vanuit ontdooiende permafrost steeds hogere broeikasgasemissies, waardoor het steeds lastiger wordt om verdere opwarming te beperken. Dan heb je het over onomkeerbare gevolgen." Bij een opwarming van 2 graden ten opzichte van de pre-industriële tijd wordt het koraal op aarde bijvoorbeeld weggevaagd.
Ontwikkelingslanden hebben hulp van rijke landen nodig om zich aan te passen en hun uitstoot aan te pakken, vinden zowel De Coninck als Haasnoot. Beiden kunnen zich ook vinden in de roep om compensatie van klimaatgerelateerde schade. Haasnoot: "Ik snap vanuit hun perspectief heel goed dat ze zeggen dat zij het probleem veel minder hebben veroorzaakt, maar wel de gevolgen ondervinden."