Oud-staatssecretaris Eric Wiebes voelt zich medeverantwoordelijk voor de manier waarop de Belastingdienst is omgegaan met tal van ontvangers van kinderopvangtoeslag. Tegenover een commissie die het toeslagenschandaal onderzoekt, trekt Wiebes het boetekleed aan.
Wiebes was van februari 2014 tot en met oktober 2017 als staatssecretaris van Financiën verantwoordelijk voor de Belastingdienst. Grote zorgen over de harde werking van de toeslagenregels hebben hem toen niet bereikt, houdt hij vol. Wel geeft hij toe dat het op een "kolossale manier is misgegaan", ook in de tijd dat hij staatssecretaris was. Inmiddels is Wiebes minister op Economische Zaken.
Dat betekent volgens hem overigens niet dat ambtenaren erop uit waren mensen in het nauw te brengen. "Ik ga niet uit van een kwade wil van ‘dit kunnen we wel flikken bij dit kabinet’ of ‘dit kunnen we wel doen bij deze directeur-generaal’", zegt Wiebes. De commissie vroeg zich af hoe dit onder zijn verantwoordelijkheid heeft kunnen afspelen. "Deze ramp heeft kunnen gebeuren omdat allerlei dingen op elkaar gestapeld werden", is zijn verklaring.
Een van die verkeerde dingen was de harde toeslagenwetgeving. Hij heeft de gevolgen daarvan niet genoeg ingezien, erkent Wiebes. "We hebben gewoon niet gezien dat wat hier onwelgevallige wetgeving leek, eigenlijk een soort lont was die een gigantische sociale bom tot uitbarsting bracht."
Wiebes werd ook bevraagd over zijn antwoorden op Kamervragen over terugvorderingen van de kinderopvangtoeslag in 2014. Hij zei toen dat er "niets van is gebleken" dat mensen in de knel kwamen door deze terugvorderingen. "Fout, maar ook idioot", zegt hij daar achteraf over. En: "verbijsterend", "onbegrijpelijk".
"Wat een verdrietige boel", mompelde Wiebes na afloop van zijn verhoor, nog net hoorbaar in de microfoon. "Verschrikkelijk!"
Urenlang werd Wiebes aan de tand gevoeld. Daarvoor werd ook zijn voorganger Frans Weekers gehoord. Maandag komt ook oud-minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher aan de beurt.