Onderwijsminister Dennis Wiersma sluit het niet meer helemaal uit dat er een verbod komt om smartphones te gebruiken in de klas. In november was Wiersma samen met een meerderheid van de Kamer tegen het voorstel van het CDA en de PVV. Dat was aan de leraren zelf, vond hij. Maar de minister hoort signalen dat het leraren amper lukt de smartphone eigenstandig uit de klas te weren. Hij wil daarom in gesprek met onder meer scholen en staat open voor een verbod als daar grote behoefte aan is.
René Peters van het CDA pleitte in november voor een verbod en vond Harm Beertema (PVV) aan zijn zijde, die dit al langer wil. Hierbuiten kreeg Peters weinig andere partijen enthousiast. D66 vond dat Den Haag zich niet te veel moet bemoeien met wat er in de klas gebeurt en de VVD wees ook op de nuttige manieren waarop smartphones in de klas worden gebruikt.
Peters en Beertema krijgen deze partijen nu wel mee in hun verzoek aan het kabinet om in gesprek te gaan met ouders, onderwijzers en wetenschappers over de vraag hoe smartphones het best uit de klas geweerd kunnen worden. Ook de minister vindt het een goed plan en hij hoopt de Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomsten van die gesprekken. Als blijkt dat er een grote roep is uit scholen voor een landelijk verbod "dan moeten wij natuurlijk daarvoor aan de bak", zegt Wiersma.
De minister zegt dat hij anders is gaan denken over het idee van een smartphoneverbod. Hij dacht eerst "dat wil je juist in de praktijk regelen, daar wil je geen bemoeienis vanuit Den Haag". Maar uit de praktijk hoort hij: "we weten niet of we het kunnen regelen". Het is bijvoorbeeld moeilijk handhaven als de ene leraar telefoons wel toestaat en de andere niet. De ervaringen zijn ook wisselend met de zakken waar scholieren hun smartphone in moeten stoppen voor de les.
"Dan kan het zijn dat je ook regelgeving uit Den Haag nodig hebt." Het is nog steeds niet zijn voorkeur om dat te doen, maar Wiersma loopt er niet voor weg als het toch nodig blijkt.