Of Nederland nou voor of tegen de nieuwe inlichtingenwet stemt, voor de initiatiefnemers van het referendum is de dag sowieso al geslaagd. ,,We wilden dit onderwerp op tafel zetten. Dat was voor ons het belangrijkste. De nieuwe wet, dat was iets wat geruisloos gebeurde. Nu is het niet meer geruisloos. Er wordt over gesproken, dat voelt al als een succes. Wat dat betreft hebben we al gewonnen'', zegt Tijn de Vos, een van de Amsterdamse studenten die de campagne voor het referendum begonnen.
De weg naar het referendum begon in juli vorig jaar, toen de Eerste Kamer de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) aannam. Op de site Reddit stelde iemand voor om een raadgevend referendum aan te vragen. ,,Daar is het referendum geboren. Het begon met het schrijven van een website, het printen van papieren'', aldus De Vos.
Een referendum aanvragen gaat in twee fasen. Eerst moet een verzoek worden ingediend. Initiatiefnemers hebben vier weken de tijd om minstens 10.000 ondersteuningen te krijgen. De Vos: ,,Wij kregen bijna 20.000 handtekeningen.'' Daarna hadden ze zes weken om de 300.000 te halen. Ook dat lukte, er kwamen uiteindelijk bijna 400.000 geldige verzoeken binnen.
De campagne kreeg veel steun van Arjen Lubach, die in het programma Zondag met Lubach aandacht besteedde aan de plannen om een referendum te houden. Het was een belangrijk moment, maar voor De Vos was dat niet het hoogtepunt van de afgelopen maanden. ,,Een paar weken later merkten we dat Nederland het echt belangrijk begon te vinden. We gingen van 200.000 naar 400.000 handtekeningen, er werd over gesproken bij de koffieautomaat, zonder dat ik daar iets mee te maken had. Het is toen gaan leven. En dat is een heel bijzonder gevoel.''
De Vos is niet tegen een wet over inlichtingendiensten, benadrukt hij. De Vos: ,,Wij willen de wet niet van tafel, we willen hem anders. De wet bevat fouten. Op grote schaal aftappen van onschuldige burgers leidt tot zelfcensuur. Ze hebben niet laten zien dat het nodig is, het is een onnodig kwaad. Ook twijfel ik aan de onafhankelijkheid van de commissie die toezicht moet houden. En dan is er maar één conclusie, en dat is dat de wet terug naar de Tweede Kamer moet.''