PVV-leider Geert Wilders moet met zijn aangifte tegen premier Mark Rutte niet bij het Openbaar Ministerie zijn, maar bij de Tweede Kamer waar hij zelf deel van uitmaakt. Wilders had aangifte tegen de premier gedaan omdat hij ,,de gewone Nederlander" zou discrimineren, maar volgens het OM is er geen sprake van strafbare feiten. Daarbovenop staat Wilders met zijn aangifte bij het verkeerde loket, want het OM is helemaal niet bevoegd om ambtsmisdrijven van bewindslieden te vervolgen.
Alleen de Tweede Kamer of de regering kunnen de procureur-generaal bij de Hoge Raad opdracht geven om bewindslieden te vervolgen wegens ambtsmisdrijven. De aangifte is daarom geseponeerd en wordt dus niet vervolgd, meldt het OM donderdag.
Wilders liet al weten dat hij zich niet bij de beslissing van het OM neerlegt en een zogeheten artikel-12 procedure overweegt om rechtstreeks vervolging af te dwingen bij een gerechtshof. Maar omdat het OM niet bevoegd is om te vervolgen, heeft die procedure geen kans van slagen.
Wilders deed eind november aangifte tegen Rutte. Volgens hem zijn er honderden voorbeelden te noemen waaruit zou blijken dat de premier de ,,gewone Nederlander" discrimineert, bijvoorbeeld omdat asielzoekers geen ziektekosten hoeven te betalen. Ook zouden buitenlandse beleggers worden voorgetrokken. Hij noemt dat ,,crimineel gedrag".