Geert Wilders wil via het gerechtshof afdwingen dat mensen die hem bedreigen vanuit het buitenland alsnog worden vervolgd. De PVV-leider vindt dat justitie te weinig moeite doet om op te treden tegen dreigementen uit met name Turkije en Pakistan. Hij vraagt via een zogenoemde artikel 12-procedure specifiek om een justitieonderzoek naar bedreigingen via Twitter, uit april vorig jaar.
Wilders "ontvangt doodsbedreigingen; soms honderden per dag", schrijft zijn advocaat in een brief aan het hof. Hoewel dat al jaren speelt, zou justitie niet genoeg doen om zaken voor de rechter te brengen. Zelf ziet hij nog allerlei mogelijkheden om achter de bedreigers aan te gaan.
Volgens Wilders en zijn advocaat legt het OM zich te snel neer bij het feit dat landen niet willen meewerken aan vervolging. Hij weet dat een poging daartoe jaren geleden al is mislukt, maar dat "maakt niet dat het OM bij voorbaat al kan besluiten om geen rechtshulpverzoeken meer uit te sturen". Zeker als het gaat om verzoeken aan andere landen zoals Turkije, waar de tweet waar deze procedure om draait vandaan lijkt te komen. Ook vraagt hij of justitie contact heeft opgenomen met Twitter, om te kijken of dat netwerk kan helpen bij de opsporing.
Wilders vindt het belangrijk dat er wordt opgetreden tegen bedreigingen aan zijn adres. Hij zegt dat er meerdere fatwas tegen hem zijn uitgesproken, ook door leiders die gelieerd zijn aan terroristische organisaties zoals Al Qaida en IS. Hij stelt dat ook de Nederlandse moslimgemeenschap is aangesproken, en dat dat heeft geleid tot bedreigingen richting hemzelf en zijn familie. "De vraag is wanneer het niet bij een bedreiging blijft."
Het gerechtshof in Den Haag wil desgevraagd niet bevestigen dat de brief van Wilders' advocaat is aangekomen. Het is ook onduidelijk of en wanneer de zaak wordt voorgelegd aan een rechter.