Aan de zomertijd komt dit weekend een einde. In de nacht van zaterdag op zondag wordt de klok een uur teruggezet. De zomertijd is ooit bedacht om mensen meer gebruik te laten maken van het beschikbare daglicht en te laten besparen op elektrische verlichting.
Steevast zorgt het ingaan van de wintertijd, eind oktober, en het ingaan van de zomertijd, eind maart, voor onduidelijkheid over of de klok nou voor- of achteruit moet worden gezet. Een aardig ezelsbrugje is: je wint-er-tijd mee als de wintertijd ingaat, immers de klok gaat om 03.00 uur een uur terug naar 02.00 uur.
In het laatste weekend van maart 2022 gaat de zomertijd weer in. Ook daar is een ezelsbruggetje voor: vóórjaar betekent klok vóóruit.
Even was er sprake van dat het twee keer per jaar verzetten van de klok op zijn einde zou lopen. Het Europees Parlement heeft daar de voorkeur voor uitgesproken, maar dat is in Brussel op de lange baan geschoven.
Ook als het aan de Hersenstichting ligt, was het de laatste keer dat de klok verzet wordt. Wanneer het permanent wintertijd - de 'normale' tijd - zou zijn, is dat volgens de organisatie goed voor het afweersysteem van mensen. Wetenschappelijk is bewezen dat het zorgt voor gezonde hersenen, een gezond hart en gezonde bloedvaten. Door het verzetten van de klok moet je biologische klok zich elke keer weer aanpassen, wat niet voor iedereen makkelijk is, aldus de Hersenstichting.
Er zijn ook andere opties. Zo pleit Weeronline er al langer voor om de klok eenmalig een half uur te verzetten, dus precies tussen zomer- en wintertijd in. Dat zou zorgen voor een beter slaapritme bij mensen en leiden tot minder ongevallen op de weg.