De politie moet altijd prudent omgaan met het opvragen van gegevens over bijvoorbeeld actievoerders, vindt justitieminister Dilan Yeşilgöz. Volgens haar mag de politie alleen informatie opvragen over bijvoorbeeld actievoerders als zij "gegronde vermoedens heeft dat zij tijdens aangekondigde demonstraties de wet willen overtreden. Dan is het hun werk om te kijken wat er aan de hand is en wie deze mensen zijn, om te kunnen anticiperen als het nodig is."
De minister reageert daarmee op berichtgeving dat de politie voortdurend allerlei persoonsgegevens vordert van demonstranten. Ook blijkt daaruit dat er informatie van familieleden van de actievoerders wordt opgevraagd. Dat concluderen Trouw, onderzoeksplatform Investico en De Groene Amsterdammer na onderzoek van tientallen dossiers van demonstranten uit verschillende hoeken.
Yeşilgöz wijst erop dat er allerlei kaders zijn voor het opvragen van informatie. "De politie gaat niet eigenzinnig rondkijken en denken van nou, ik ga die eens opvragen of die, in de systemen. Dat is niet hoe het werkt. De politie moet er gegronde redenen voor hebben." Dat er ook familieleden in beeld zijn gekomen, kan volgens haar duiden op "bijvangst", door dezelfde namen binnen een familie. Er is volgens de minister "in beginsel geen aanleiding voor om familieleden op te vragen, dus het is goed dat dit tot op de bodem wordt uitgezocht. En als daar een systeemfout in zit dan moet dat gecorrigeerd worden intern."