Als de Nederlands-Argentijnse ex-piloot Julio Poch woensdag wordt veroordeeld, zal dit ,,een klein stormpje veroorzaken'' onder medewerkers van Transavia. Dat meent Dirk Lokhorst, een gepensioneerde collega van Poch, die een stichting oprichtte om hem te steunen. De meerderheid van de Transavia-medewerkers is volgens hem overtuigd van zijn onschuld.
Zij staan lijnrecht tegenover twee Transavia-piloten die destijds tegen hem getuigden, waardoor de zaak ging rollen. Zij meldden dat Poch jaren geleden op Bali had gezegd dat hij betrokken was bij dodenvluchten ruim dertig jaar geleden, waarbij politieke tegenstanders vanuit vliegtuigen in zee werden gegooid. Transavia onderzocht deze verklaringen in 2006 maar beschouwde het als borrelpraat. Het Openbaar Ministerie (OM) had hier echter wel oren naar.
Volgens Lokhorst klopt er niets van de bewijsvoering van de Argentijnse aanklagers, die levenslang hebben geëist. Hij sprak Poch vorige week telefonisch vanuit zijn Argentijnse cel en zegt dat Poch ,,positief gestemd" is. Lokhorst kan zich niet voorstellen dat zijn oud-collega wordt veroordeeld op basis van enkele rammelende getuigenverklaringen. Hij verwacht geen problemen op de werkvloer. ,,Iedereen is professioneel genoeg om hier goed mee om te gaan.''
Advocaat Liesbeth Zegveld staat de piloten bij die hebben getuigd tegen Poch. Volgens haar hebben zij daar binnen het bedrijf veel last van gehad, omdat ze publiekelijk met naam werden genoemd en het toch wordt gezien als het verraden van een maatje. Maar in de acht jaren dat de zaak nu loopt, is het rustiger geworden, zegt ze. Wat de uitspraak zal oprakelen, weet ze niet. De advocaat wijst erop dat ze hun burgerplicht hebben vervuld door er melding van te maken. ,,Ik hoop dat mensen dat altijd blijven doen bij misstanden.''