De Stichting Japanse Ereschulden neemt juridische stappen tegen de Nederlandse staat om compensatie te krijgen voor de oorlogsschade die Nederlanders hebben opgelopen tijdens de Japanse bezetting in voormalig Nederlands-Indië. De stichting stelt dat ze voor compensatie niet bij Japan kan aankloppen door het vredesverdrag dat de Nederlandse staat in 1951 met het Aziatische land sloot.
Aan veel van de slachtoffers van de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog is fysieke en geestelijke schade toegebracht, stelt de stichting. Ook zijn huizen en andere bezittingen van slachtoffers van de bezetting vernietigd.
Volgens de stichting is er tot op de dag van vandaag geen volledige schadevergoeding voor de slachtoffers gekomen en is dat mede te wijten aan het vredesverdrag dat Nederland met Japan sloot. "Nederland heeft in het verdrag afstand gedaan van vorderingen van de Nederlandse oorlogsgetroffenen en hun nabestaanden jegens Japan. Als gevolg hiervan kunnen de Nederlandse slachtoffers de Japanse staat niet met succes aanspreken op de oorlogsmisdaden die zijn gepleegd en de schade die hierdoor is veroorzaakt."
Volgens de stichting is de Nederlandse staat tot op de dag van vandaag evenmin bereid zelf volledige compensatie te bieden, maar is die daartoe wel verplicht. Ook zou de staat eindelijk juridische aansprakelijkheid moeten erkennen voor de positie waarin slachtoffers van de Japanse bezetting verkeren.
De stichting stelt dat ze de kwestie al meerdere keren heeft aangekaart bij de staat en heeft aangeboden samen naar een oplossing te zoeken. Omdat een reactie zou zijn uitgebleven heeft de stichting besloten een juridische procedure te beginnen.