De strafzaak in hoger beroep tegen een man die is veroordeeld voor betrokkenheid bij het neersteken van een advocaat in Zoetermeer moet over. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. Het slachtoffer werd op 26 september 2017 in de spreekkamer van haar kantoor met een stanleymes in haar gezicht en hoofd gestoken en raakte daardoor levensgevaarlijk gewond. Een motief voor de aanval is duister gebleven, evenals de identiteit van de man die heeft gestoken.
Het gerechtshof in Den Haag legde de verdachte, Yassine D., in maart vorig jaar in hoger beroep negen jaar en tien maanden cel op, voor het medeplegen van poging tot moord. D. had weliswaar niet zelf gestoken, maar het hof hield hem en een medeverdachte daar wel verantwoordelijk voor. De twee mannen waren met de onbekend gebleven steker en een chauffeur van Amsterdam naar Zoetermeer gereisd. D. tekende na zijn veroordeling door het hof beroep in cassatie aan bij de Hoge Raad.
Een van de juridische bezwaarpunten die in de cassatieprocedure door D.'s advocaat zijn aangevoerd ging over het zogeheten 'opzet op de dood', dat het hof bewezen heeft verklaard. Die klacht treft doel, oordeelt de Hoge Raad. Volgens de raad blijkt uit de door het hof vastgestelde feiten wel dat D. contacten had met de andere mannen die bij de aanval betrokken waren, maar dat betekent niet dat hij ook zelf opzet op de dood heeft gehad. Het hof heeft er in zijn uitspraak ook geen nadere overwegingen aan gewijd, stelt de Hoge Raad vast. De raad vindt daarom dat het hof de zaak opnieuw moet beoordelen en behandelen.
De aanval vond plaats na een kort gesprek over een echtscheiding. Het slachtoffer heeft er blijvende littekens aan overgehouden en heeft haar kantoor, dat zij samen met haar zus runde, moeten opgeven. De aanval werd uitgevoerd in opdracht, maar ook de opdrachtgever is onbekend gebleven. D. en zijn medeverdachte hebben over de steker noch over de opdrachtgever opheldering willen verschaffen.