Het getijdenzand voor zeedijken is beter bestand tegen het ontstaan van lekken onder de dijk dan rivierzand voor rivierdijken. Dat betekent dat zeedijken minder snel verzwakken door het ontstaan van dergelijke lekken, het zogenoemde piping. Dat heeft grote gevolgen voor de kosten van dijkversterking.
Dat toont een onderzoek aan, dat Wetterskip Fryslân samen met onderzoeksinstituut Deltares en geotechnisch bureau Fugro heeft laten doen voor de Friese Waddenzeekust. Het onderzoek maakt deel uit van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. In de komende dertig jaar wordt door dat programma ruim 1300 kilometer aan dijken in Nederland versterkt. Een derde van alle dijken in Nederland is een zeedijk.
Piping is een bekend probleem bij rivierdijken. Bij hoogwater sijpelt er vanuit de rivier kwelwater onder de dijk door. Daardoor ontstaan kanaaltjes, die steeds meer grond en water meevoeren. De dijk kan daardoor uiteindelijk breken.
Het onderzoek voor de Waddenzeekust wijst nu uit dat getijdenzand minstens tweemaal minder gevoelig is voor het ontstaan van piping dan rivierzand. Tot nu toe waren alleen rekenmodellen bekend voor dijken met rivierzand. Deltares en Fugro gaan begin volgend jaar een grotere praktijkproef doen in de Hedwigepolder in Zeeland. Wetterskip Fryslân gaat de onderzoeksresultaten meenemen in het aanstaande dijkversterkingsproject bij het Lauwersmeer, dat begroot is op ongeveer 300 miljoen euro.