In de nacht van zaterdag op zondag is de klok om 02.00 uur vooruitgegaan naar 03.00 uur. Dit betekent dat de zomertijd is ingegaan. Veel mensen slapen hierdoor een uur minder.
De zomertijd is ooit bedacht zodat mensen meer gebruik kunnen maken van daglicht en kunnen besparen op bijvoorbeeld elektrische verlichting. Het verzetten van de klok maakt dat het 's ochtends langer donker is en 's avonds langer licht.
Tegenstanders van de zomertijd betwijfelen hoeveel energie de aanpassing bespaart. Ook zeggen veel mensen fysiek last te krijgen van de verschuiving, omdat die de biologische klok verstoort. Daarnaast zorgt het verzetten van de klok voor meer aanrijdingen van wild. Dieren zoals reeën, herten en wilde zwijnen moeten wennen aan het ritme van de mens.
In het laatste weekend van oktober wordt de klok weer een uur teruggezet en gaat de wintertijd in. De wintertijd geldt als de 'normale' tijd.