De fractie van GroenLinks-PvdA in de provincie
Zuid-Holland maakt zich zorgen om de gezondheid van omwonenden van het vliegveld in Rotterdam. De grootste partij in de Zuid-Hollandse Staten heeft het college van Gedeputeerde Staten vragen gesteld naar aanleiding van een recent verschenen publicatie van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Daarin staat dat omwonenden van Rotterdam The Hague Airport (RTHA) afgelopen jaar meer geluidhinder hebben ervaren door het vliegverkeer dan in 2020 voor de coronacrisis, met onder meer slaapproblemen en overgevoeligheid voor licht en geluid tot gevolg.
"Wat GroenLinks-PvdA betreft, staat de volksgezondheid van de omwonenden van RTHA onder druk", aldus Statenlid Lars Klappe. Hij wil onder meer weten wat het college doet om de gezondheid van deze mensen te beschermen. Klappe vraagt ook welke acties het dagelijkse provinciebestuur onderneemt om de hoeveelheid nachtvluchten te verminderen. Dat aantal is afgelopen jaar gestegen naar 1308, meer dan in het laatste jaar voor de coronacrisis (bijna 1200).
GroenLinks en PvdA hebben enkele maanden geleden hun fracties in Zuid-Holland samengevoegd, maar ze waren voor de Provinciale Statenverkiezingen van begin dit jaar nog twee aparte partijen. Beide hadden in hun verkiezingsprogramma staan dat het Rotterdamse vliegveld moet sluiten om plaats te maken voor een "groene woonwijk".
GroenLinks-PvdA zit in de coalitie met BBB, VVD en CDA. In het coalitieakkoord hebben die partijen afgesproken dat er een onderzoek komt naar "de huidige maatschappelijke en economische waarde van het vliegveld Rotterdam The Hague Airport en de waarde van de locatie voor eventuele alternatieve functies".
In het landelijke verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamer had GroenLinks-PvdA ook staan dat het vliegveld in Rotterdam dicht moet.