Het kabinet maakt zich zorgen over de politieke crisis in Sint-Maarten. De regering is daar gevallen en de Nederlandse regering vreest dat dit de wederopbouw van het Caribische land kan vertragen na de verwoestingen door de orkaan Irma in 2017.
Dinsdag en woensdag vinden de eerste consultatierondes plaats met politieke partijen van het eiland om tot een nieuwe regering te komen. Twee leden van regeringspartij United Democrats (UD) zijn dit weekend uit de partij gestapt en hebben daarna een akkoord gesloten met twee oppositiepartijen. Deze partijen vormen de beoogde nieuwe coalitie en gaan met elkaar in gesprek.
De verantwoordelijke minister Kajsa Ollongren zegt dat er op 25 november verkiezingen zijn gepland. Deze gaan ook door als er uit de gesprekken op Sint Maarten een nieuwe regering komt.
Ollongren zei dinsdag de bezorgdheid van VVD-Kamerlid André Bosman te delen. Hij vraagt zich af wat er met het vele geld voor de wederopbouw gebeurt. Ook bekritiseert hij de politieke cultuur op het eiland.
De beoogde nieuwe coalitie wil haast maken met de besteding van de noodhulp van ruim 500 miljoen euro waarvoor Nederland garant staat. Die is gegeven na de verwoestingen van Irma.
De laatste tien jaar kende Sint-Maarten bijna evenveel kabinetten. Staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) brengt juist deze dagen een al langer gepland werkbezoek aan het eiland.