De wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg zijn sinds november vorig jaar voor de meeste diagnosegroepen licht gedaald of stabiel gebleven. Toch zijn er zorgen over de behandeling van zogeheten pervasieve stoornissen, zoals autisme. Ten opzichte van november vorig jaar zijn de wachttijden in die diagnosegroep met vier weken gestegen, blijkt uit monitoring door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De gemiddelde wachttijd voor de behandeling van pervasieve stoornissen valt het meest op, meldt de zorgautoriteit. Maar in maart waren de gemiddelde wachttijden voor vier andere diagnosegroepen ook hoger dan de norm.
"Wij maken ons hier zorgen over en benadrukken dat de wachttijden voor deze groepen structureel omlaag moeten. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars, ondersteund door de Landelijke Stuurgroep, zijn hiervoor aan zet", meldt de zorgautoriteit. De NZa gaat onderzoeken of zorgverzekeraars zich voldoende inzetten om de wachttijden terug te dringen.
De wachttijd voor de basis-ggz is, met een gemiddelde van negen weken, gelijk gebleven.