De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben de jaarstukken van 2023 vastgesteld, maar daar wel kritische kanttekeningen bij gezet. De partijen zijn vooral bezorgd over de aanhoudende problemen die de provincie heeft om alle ambities en doelen waar te maken. Dit leidt er al jaren achtereen toe dat Zuid-Holland geld overhoudt, afgelopen jaar ruim 36 miljoen euro.
"Thuis ben je blij als er geld overblijft", zei Statenlid Rosalie Bedijn van de grootste coalitiepartij GroenLinks-PvdA. "Maar in de provincie niet. Als er geld overblijft, loopt de realisatiekracht achter. De provincie is aan zet om klimaatverandering tegen te gaan en de energietransitie en wooncrisis op te lossen. Dat doen we door budget beschikbaar te stellen. Maar als er geld overblijft, betekent dit dat niet alle ambities zijn waargemaakt."
Volgens het dagelijks bestuur van de provincie komt dat onder meer door de krapte op de arbeidsmarkt, en het tekort aan aannemers en materialen. Ook duurt het verlenen van vergunningen soms lang door juridische procedures en de stikstofproblematiek.