Nabestaanden van MH17-slachtoffers die zich actief bezighouden met de juridische en politieke nasleep van de ramp, hebben meer moeite met het rouwproces dan anderen die daar minder mee bezig zijn. Dat zegt klinisch psycholoog Jos de Keijser in een interview met de Volkskrant. Hij onderzocht met universiteiten en Fonds Slachtofferhulp het rouwproces van 173 mensen die een geliefde verloren bij de vliegramp in 2014.
De conclusies van het onderzoek worden dinsdag in Nieuwegein gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor nabestaanden. Het onderzoek moet mensen in de toekomst helpen het verlies van een familielid of vriend te verwerken. Van de 173 MH17-nabestaanden rouwt 20 procent zonder bijkomende complicaties. Maar liefst 80 procent ervoer bijna een jaar na de ramp nog complexe rouw en heeft moeite het een plek te geven. Bij 15 procent daarvan ging of gaat dat gepaard met posttraumatische stressstoornis of een depressie (27 procent).
De Keijser benadrukt dat iedereen op een andere manier rouwt. "Dat is ook een kwestie van aanleg en karakter."
Wat opvalt is dat mensen die bij de MH17-ramp vier of vijf naasten hebben verloren, het rouwproces makkelijker verwerken dan iemand die één geliefde kwijt is geraakt. Volgens De Keijser komt dat omdat rouw "zich niet opstapelt". Hij zegt in de Volkskrant dat mensen dan overladen worden met verdriet, en er vervolgens niets meer bij kunnen hebben. Daarnaast heeft ook de aard van de ramp invloed op het rouwproces van iemand.
De Keijser ziet dat mensen na een traumatisch verlies niet vaak kiezen voor psychologische hulp, ondanks dat het aangetoond effect heeft. Nabestaanden bedenken vaak dat een behandeling hun geliefde toch niet terugbrengt, maar de klinisch psycholoog raadt hulp zeker aan. "Een psycholoog kan je niet van de pijn af helpen, maar wel van de belemmerende omstandigheden eromheen."