Zelfstandigen die werken bij de publieke omroepen krijgen voortaan een minimumtarief. Ze gaan 150 procent van het cao-loon verdienen, meldt FNV. Afgelopen maand vroeg de vakbond mediaminister Arie Slob nog om in te grijpen omdat de publieke omroep en productiebedrijven zich niet als fatsoenlijke werk- en opdrachtgevers zouden gedragen.
"We zijn blij met deze eerste stap die concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werknemers met een dienstverband en zzp’ers moet uitbannen", zegt FNV-bestuurder Andrée Ruiters. "Wij willen gelijk loon voor gelijk werk."
Volgens FNV is het minimumtarief gebaseerd op de loonschalen uit de cao en kunnen zzp'ers nu ook pensioen opbouwen en zich verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. De vakbond hoopt dat de omroepen door deze afspraak meer medewerkers in vaste dienst nemen.
Omroepwerkgevers waren de afgelopen tijd ook in onderhandeling met de vakbonden over een nieuwe cao. Vakbonden NVJ en CNV stemden in met het eindbod, FNV niet. Volgens een woordvoerster van FNV is er woensdag nog gesproken met de omroepen maar konden de partijen het niet eens worden.
De cao geldt voor zo’n 4900 werknemers bij de publieke en regionale omroepen. Zij werken onder meer achter de schermen als redacteur, productieassistent of editor. Daarnaast werken er duizenden mensen aan programma’s van de publieke omroepen als zzp-er, via payrollbedrijven en bij productiebedrijven als NEP en United.