Drenthe stelt plan op voor Van Goghjaar

Foto: Pexels

In Drenthe is een plan opgesteld om in 2023 de culturele erfenis van Vincent van Gogh onder de aandacht te brengen. De Gedeputeerde Staten hebben een voorstel gedaan aan de Provinciale Staten. Zij willen een subsidie van 250.000 euro verstrekken voor het plan.

100.000 euro hiervan wordt gebruikt door Marketing Drenthe om de eerste fase van het project uit te voeren. De overige 150.000 euro wordt gebruikt voor het maken van een film over Van Gogh.

Plannen voor Van Goghjaar

Provincie Drenthe, deelnemende gemeenten, Marketing Drenthe, Recreatieschap Drenthe en Drents Museum maken een plan om de kunstwerken van Vincent van Gogh onder de aandacht te brengen. Het plan wordt uitgevoerd in 2023, omdat het dan 140 jaar geleden is dat Van Gogh in Drenthe verbleef. 2023 is om die reden het ‘Van Goghjaar’.

In totaal is er 600.000 euro beschikbaar gesteld. 100.000 euro wordt gebruikt om de eerste fase van het plan uit te voeren. 150.000 euro is gereserveerd om een film te maken over Van Gogh. Er blijft dan 350.000 euro over. In 2022 en 2023 wordt besloten waar dat bedrag voor gebruikt wordt.

Verblijf in Drenthe

Op 11 september 1883 vertrok Van Gogh naar Hoogeveen, een gemeente in Drenthe. Mensen in zijn omgeving adviseerden hem om daar naartoe te gaan. Van Gogh verbleef in logement Hartsuiker. De schilderijen die hij in Hoogeveen maakte waren vooral van landschappen en figuren. Van Gogh was zeer positief over het gebied, hij noemde het van een ‘onbeschrijfelijke schoonheid’. Schilderijen die Van Gogh maakte, geïnspireerd door Drenthe, zijn Landschap in Drenthe, Boer die onkruid verbrandt en Boer met stok en spade. Op 2 oktober 1883 vertrok Van Gogh van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam.

De schilderstijl

Van Gogh gebruikte in het begin van zijn carrière vooral donkere kleuren in zijn werken. Dit kleurgebruik komt bijvoorbeeld terug in het schilderij De Aardappeleters (1885). In Parijs maakte Van Gogh kennis met kunstwerken die juist kleurrijk waren. Dit had invloed op zijn werk. Van Gogh paste vervolgens de kleurrijke tinten toe in zijn kunstwerken. Een voorbeeld hiervan is het schilderij De heuvel van Montmartre met steengroeve (1886).

Naast zijn kleurgebruik veranderden zijn ontwerpen ook. Voorheen schilderde hij meestal het platteland. Dit verving hij met ontwerpen van bloemstillevens, cafés en portretten. De portretten zijn meestal van Van Gogh zelf, omdat modellen te duur waren.

Na een aantal jaar in Parijs had Van Gogh genoeg van het drukke stadsleven en kreeg hij weer behoefte aan de rust van het platteland. Dit had ook invloed op zijn kunstwerken.