De Europese beurzen bleven vrijdag overwegend gelijkmatig. Beleggers deden het rustig aan in aanloop naar het lange kerstweekeinde. De Spaanse beurs was een negatieve uitschieter door de vrees voor een nieuwe politieke crisis in het land, na de overwinning van de separatistische partijen bij de parlementsverkiezingen in Catalonië.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,1 procent in de min op 548,69 punten. De MidKap daalde 0,4 procent tot 830,34 punten. De beurzen in Parijs en Frankfurt verloren tot 0,3 procent. Londen won 0,1 procent.
De hoofdindex in Madrid zakte 1,1 procent. Vooral de Spaanse banken moesten het ontgelden. Banco de Sabadell en CaixaBank verloren 3,1 en 3,7 procent. Santander, de grootste bank van het land, zakte 1,9 procent.
Grootste daler bij de hoofdfondsen op het Damrak was vastgoedconcern Unibail-Rodamco met een verlies van 1,2 procent. Digitaal beveiliger Gemalto daalde 0,2 procent na een adviesverlaging door UBS. Biotechnologiebedrijf Galapagos was koploper met een winst van 2,2 procent.
AkzoNobel verloor 0,5 procent. Volgens zakenkrant Handelsblatt kijkt het Duitse speciaalchemiebedrijf Lanxess samen met de Amerikaanse investeerder Apollo naar de overname van delen van de speciaalchemietak van AkzoNobel. Ook de investeerders CVC en KKR, Bain en Advent, en Blackstone en Carlyle zouden interesse hebben in het onderdeel.
In de MidKap sloot roestvrijstaalproducent Aperam de rij met een min van 2,1 procent. VolkerWessels was de sterkste stijger met een winst van 1,5 procent. Het Financieele Dagblad meldde dat het bouwbedrijf en vastgoedbelegger Amvest zich hebben verzekerd van de controle over grond aan het IJ in Amsterdam-Noord, die deel uitmaakt van de toekomstige wijk Haven-Stad.
Op de lokale markt won Esperite meer dan 1 procent. Het stamcelbedrijf heeft een miljoen euro aan nieuwe financiering opgehaald. Het investeringsfonds European Select Growth Opportunities Fund oefende opties uit in ruil voor aandelen.
De euro was 1,1850 dollar waard, tegen 1,1871 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,5 procent minder op 58,08 dollar. Brentolie werd 0,2 procent goedkoper op 64,76 dollar per vat.