Wall Street sluit overwegend lager

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag overwegend lager gesloten. Het sentiment stond enigszins onder druk, omdat de Amerikaanse detailhandelsverkopen in de laatste maand van het jaar onverwacht zijn afgenomen. Enig optimisme over een mogelijke handelsdeal tussen de Verenigde Staten en China was er echter ook. President Donald Trump zou bereid zijn de deadline voor een handelsakkoord zestig dagen op te schuiven.

Trump gaf verder aan het akkoord over de overheidsfinanciering te willen tekenen. Tegelijkertijd kondigt hij dan een noodtoestand af om op die manier toch geld voor de door hem gewenste grensmuur te krijgen, liet het Witte Huis weten. Daarmee zet Trump de verhoudingen in Washington eens te meer op scherp.

De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 0,4 procent lager op 25.439,39 punten. De brede S&P 500 daalde 0,3 procent tot 2745,73 punten. Techbeurs Nasdaq kreeg er 0,1 procent bij op 7426,95 punten.

De Amerikaanse winkelverkopen daalden in december met 1,2 procent ten opzichte van een maand eerder. De onverwachte neergang was de grootste sinds 2009. Coca-Cola kelderde op de beurs bijna 8,5 procent omdat de verkopen van frisdrank blijven afnemen. Het bedrijf wist in het afgelopen jaar wel vier keer meer winst te behalen vergeleken met een jaar eerder. Coca-Cola sleet zijn drankjes voor hogere prijzen en profiteerde van de populariteit van suikervrije frisdrank.

De Amerikaanse producent van netwerkapparatuur Cisco Systems won daarentegen 1,9 procent. Het bedrijf boekte een stevige omzetgroei en kondigde een hoger dividend en een aandeleninkoopprogramma aan. Ook de in New York genoteerde voetbalclub Manchester United kwam met cijfers en daalde 3,4 procent.

Amazon verloor 1,1 procent. De webwinkel ziet af van de vestiging van een hoofdkwartier in de wijk Queens in New York. Eerder waren er al berichten in Amerikaanse media dat de technologiegigant er steeds minder voor voelde wegens aanhoudende kritiek. Deere en Pepsico, die vrijdag de boeken openen, zakten respectievelijk 0,2 procent en 1,3 procent.

De euro was 1,1291 dollar waard, tegen 1,1277 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,1 procent tot 54,50 dollar. Brent werd 1,6 procent duurder op 64,61 dollar per vat.