Grens 600 punten verdwijnt weer uit beeld

Foto: ANP

De AEX-index in Amsterdam is maandag stevig in het rood gedoken. Daarmee verdween de grens van 600 punten voorlopig uit het zicht. Verzekeraar ASR deed het goed bij de hoofdfondsen na het afronden van de verkoop van zijn bancaire activiteiten aan Achmea. Ook was er bovengemiddelde aandacht voor speciaalchemieconcern DSM, dat een wisseling aan de top bekendmaakte. Elders in Europa was het sentiment eveneens negatief.

De hoofdindex op Beursplein 5 sloot 1,7 procent lager op 587,12 punten. Eerder op de dag werd de barrière van 600 punten kortstondig geslecht. De laatste keer dat de graadmeter boven de 600 punten wist te sluiten, was op 22 mei 2001. De MidKap daalde 1 procent tot 873,76 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen verloren tot ruim 2 procent.

ASR won 0,5 procent. Volgens de verzekeraar is de impact van de Achmea-transactie niet materieel. DSM daalde 1,5 procent. Topman Feike Sijbesma legt die functie per 15 februari na bijna dertien jaar neer. De taken van Sijbesma worden overgenomen door financieel directeur Geraldine Matchett en operationeel directeur Dimitri de Vreeze, die het gedeelde leiderschap zullen combineren met hun huidige functies.

Mijnbouwers deden het goed na bemoedigende cijfers uit China. In Londen dikten BHP en Antofagasta tot 0,5 procent aan. Staalbedrijven kregen het juist weer lastiger nadat de Amerikaanse president Trump aankondigde toch weer importheffingen op staal en aluminium uit Brazilië en Argentinië in te voeren. ArcelorMittal verloor 1,6 procent in de AEX.

In de MidKap stond kunstmestproducent OCI bovenaan met een plus van 1,5 procent. Bij de kleinere bedrijven was laadpalenmaker Alfen koploper met een plus van 2,2 procent. Beter Bed won 1,9 procent. De beddenverkoper rondde de verkoop van dochter Matratzen Concord definitief af.

De euro noteerde op 1,1084 dollar tegen 1,1020 dollar op vrijdag. De olieprijzen zaten in de lift na berichten dat oliekartel OPEC en zijn bondgenoten verdere productiebeperkingen overwegen om de prijzen te stutten. Een vat Amerikaanse olie werd 1,6 procent duurder op 56,07 dollar. Brentolie kostte 1,3 procent meer op 61,26 dollar per vat.